VERWISSElEN VAN LAMPEN
Parkeer-/ achterlamp (Fig. 109)
1. Verwijder de glazen von de parkeer- of achterlamp von de rubber·
houder (1).
2. Verwijder de lamp uit de fitting.
3. Monteer een nieuv,e lamp en ze! het glas er weer In.
Koplamp (Fig. 110)
1. Verwijder de twee schroeven, welke de koplamp oon de grille vasthouden.
2.
Verwijder de houder en de koplamp zijwaarts van de grille no de clip
te hebben losgemaakt.
3. Verwijder het rubber deksel
(l)
van de koplamp.
4.
Droai de fitting
(2)
naar links, zodot deze los komt von de houder en
de bedroding von de koplomp.
5. Verwijder en vernieuw de lamp.
6. Monteer de lamp in omgekeerde volgorde.
Ploeglamp (Fig. 111)
1.
Draoi de schroef
(1)
los.
2. Verwijder de ploeglomp naar boven no hel deksel Ie hebben losgemaakt.
3. Drooi de fitting (2) noor links, zodat deze los komt van de houder en de
bedrading.
4.
Verwijder en vernieuw de lomp.
5.
Monteer de lomp in omgekeerde volgorde.
Nummerbordlamp (Fig. 112)
1. Draoi de schroef los.
2. V8rwijder het d8ksel (2) en glas (3).
3. Verwijder de lomp (5) von de fitting (4).
4.
Monteer de lamp in omgekeerde volgorde.
Instrumanlenbordlarnp (Fig. 113)
1. Verwijder de twee schroeven (2).
2. Verwijder he! deksel (1) en glas.
3. Verwijder de lamp (3) van de fitting (4) door de lamp noar links te
draaien.
4. Monteer de lomp in omgekeerde volgorde.
120
•
•