7 In bedrijf nemen met PACTWARE
Aansluiting modem via
RS232
38
Opmerking:
Om het instrument te kunnen aanspreken, moet het IP-adres of de
hostnaam bekend zijn. Deze informatie vindt u onder het menupunt
" Instrumentinstellingen". Wanneer u deze specificaties verandert,
moet het instrument aansluitend opnieuw worden gestart, daarna is
het instrument via het IP-adres of de hostnaam overal op het netwerk
bereikbaar. Bovendien moeten deze specificaties in DTM worden in-
gevoerd (zie hoofdstuk " parametrering met PACTware"). Wanneer in
de regelaar de gecodeerde DTM-toegang op afstand is geactiveerd,
dan moet bij de eerste keer verbinding maken de instrumentcode
(PSK) worden ingevoerd. Deze kan via de on-site inregeling in het
info-menu van de regelaar worden afgelezen.
Fig. 9: Aansluiting PC via Ethernet
1
Ethernet-interface PC
2
Ethernet-aansluitkabel (Cross-Over-Kabel)
3
Ethernet-interface
De RS232-interface is voor de eenvoudige modemaansluiting
bijzonder goed geschikt. Hierbij kunnen externe analoge-, ISDN- en
GSM-modems met seriële interface worden gebruikt. De benodigde
RS232-modemaansluitkabel is meegeleverd. Voor het verminde-
ren van EMC-storingen moet u de meegeleverde klapferriet op de
RS232-modemaansluitkabel aanbrengen. Via een visualisatiesoft-
ware kunnen nu de meetwaarden op afstand worden opgevraagd en
verder worden verwerkt. Als alternatief is ook de automatische, tijd- of
eventgestuurde verzending van meetwaarden per e-mail mogelijk.
Bovendien kan met PACTware een parametrering op afstand van
het instrument zelf en de daarop aangesloten sensoren worden
uitgevoerd.
Fig. 10: Aansluiting modem via RS232
1
Analoge, ISDN- of GSM-modem met RS232-interface
2
RS232-modemaansluitkabel (meegeleverd)
3
RS232-interface (RJ45-connector)
3
2
1
3
2
VEGAMET 391 • 4 ... 20 mA/HART
1