6 In bedrijf nemen met de geïntegreerde aanwijs- en bedieningseenheid
Parametrering
Inschakelfase
Meetwaarde-aanwijzing
18
6.2
Inbedrijfnamestappen
Door de parametrering wordt het instrument aangepast op de
individuele toepassingsomstandigheden. Een meetplaatsinregeling
staat hierbij op de eerste plaats en moet altijd worden uitgevoerd. Een
schalering van de meetwaarde op de gewenste eenheid en grootte,
evt. rekening houdend met de linearisatiecurve is in veel gevallen
zinvol. De aanpassing van de relaisschakelpunten of de instelling van
een integratietijd voor meetwaardestabilisatie zijn andere gangbare
instelmogelijkheden.
Bij instrumenten met Ethernet-interface kan het instrument van een bij
de meetplaats passende hostnaam worden voorzien. Als alternatief
voor de adressering via DHCP kan ook een bij uw netwerk passend
IP-adres en subnetmasker worden ingesteld. Indien nodig kan boven-
dien de e-mail-/webserver met PACTware worden geconfigureerd.
Voor een comfortabele inregeling staat een inbedrijfsname-assistent
ter beschikking, waarbij de meest gebruikelijke toepassingen en
instellingen stap voor stap worden doorlopen.
Informatie:
Bij de toepassing van PACTware en de bijbehorende DTM kunnen
extra instellingen worden uitgevoerd, die met de geïntegreerde dis-
play- en bedieningseenheid niet of slechts beperkt mogelijk zijn. De
communicatie verloopt via de ingebouwde USB-poort of een van de
optionele interfaces (RS232/Ethernet).
Meer instructies over het inrichten van de webserver- en e-mail-func-
ties kunt u vinden onder de online-help van PACTware resp. de
VEGAMET 391-DTM's en de aanvullende handleiding " RS232-/
Ethernet-koppeling".
Na het inschakelen voert de VEGAMET 391 eerst een korte zelftest
uit. De volgende procedure wordt doorlopen:
•
Interne test van de elektronica.
•
Aanwijzing van het type instrument, de firmwareversie en het
tagnummer van het instrument (instrumentidentificatie).
•
Uitgangssignalen springen kort naar de ingestelde storingswaarde
Daarna worden de actuele meetwaarden weergegeven en op de
uitgangen uitgestuurd.
Het meetwaardedisplay toont de digitale aanwijswaarde, de meet-
plaatsnaam (meetplaats-TAG) en de eenheid. Bovendien kan een
analoge bargraph worden getoond. Bij het activeren van de door-
stroommeting met totaalteller staat nog een extra aanwijsvenster
met totaalteller ter beschikking. Bij geactiveerde pompregeling is
een extra meetwaardeweergave met weergave van de toegekende
pompen. Door indrukken van de [>]-toets schakelt u om tussen de
verschillende weergave-opties.
VEGAMET 391 • 4 ... 20 mA/HART