In bedrijf nemen met PACTWARE ..................64 De PC aansluiten ......................64 Parametrering met PACTware ..................65 Parametergegevens opslaan ..................66 Met PC/notebook in bedrijf nemen (Bluetooth) ..............67 Voorbereidingen ......................67 Verbinding maken......................67 Parametrering ......................... 68 FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 3
13.4 Handelsmerken ......................88 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving: Let bij Ex-toepassingen op de Ex-specifieke veiligheidsinstructies. Deze worden met elk instrument met Ex-toelating als document mee- geleverd en zijn bestanddeel van de handleiding. Uitgave: 2022-11-22 FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen. • Lijst De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde. Handelingsvolgorde Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen. Afvoer Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de beno- digde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen. Correct gebruik De FIBERTRAC 32 is een sensor voor continue niveaumeting. Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk " Productbeschrijving" opgenomen. De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik conform de specificatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt.
DIN EN ISO 14001. Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de mi- lieu-instructies in deze handleiding. • Hoofdstuk " Verpakking, transport en opslag" • Hoofdstuk " Afvoeren" FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De optionele roestvaststalen typeplaat is vast op de behuizing ge- schroefd en het opschrift blijft duurzaam leesbaar. De roestvaststalen typeplaat kan niet naderhand worden aange- bracht. Fig. 2: Positie van de roestvaststalen typeplaat Roestvaststalen typeplaat FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Handleiding en beknopte handleiding op het tijdstip van uitlevering (PDF) • Testcertificaat (PDF) - optie Ga naar " www.vega.com" en voer in het zoekveld het serienummer van uw instrument in. Als alternatief kunt u de gegevens opzoeken via uw smartphone. •...
Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %. Tillen en dragen Bij een gewicht van de instrumenten meer dan 18 kg (39,68 lbs) moe- ten voor het tillen en dragen daarvoor geschikte inrichtingen worden gebruikt. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
+70 °C zijn. De koellucht wordt met wervelstroomkoelers gegenereerd. Controleer, of u voldoende pers- lucht ter beschikking heeft. Meer informatie vindt u in de aanvullende handleiding. De luchtkoeling kan niet naderhand worden uitgerust. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De afscherming voor PROTRAC-detectoren is een mechanisch schild om de invloeden van externe straling op de sensor te verminderen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij externe stralingsbronnen, achter- grondstraling of andere radiometrische meetsystemen. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De eigenaar van de installatie moet een verantwoordelijke voor de de stralingsbescherming stralingsbescherming benoemen, die de noodzakelijke vakkennis heeft. Deze is verantwoordelijk voor de stralingsbeschermingsveror- dening en voor alle maatregelen voor de stralingsbescherming. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 13
(in Duitsland is dit bijv. de stralingsbeschermingsverorde- ning). Voor meer informatie over stralingsbescherming en de voorschriften in andere landen staan wij u graag ter beschikking. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Daarbij behoren in het bijzonder: • Meetactieve deel • Procesaansluiting • Procesafdichting Procesomstandigheden zijn in het bijzonder: • Procesdruk • Procestemperatuur • Chemische eigenschappen van het medium • Abrasie en mechanische inwerkingen FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Naast de volgende montage-instructies moet u ook de instructies op dit "Source-Sizing"-document aanhouden. Zolang in het "Source-Sizing"-document niet iets anders is aangege- ven, gelden de volgende montage-instructies. Fig. 5: Niveaumeting in een opslagtank Meetbereik Meetlengte (L1, L2) FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
VEGASOURCE. U kunt de FIBERTRAC 32 met de kop van de behuizing naar boven of beneden gericht monteren. De inbouwpositie met de kop naar beneden heeft onder andere als voordeel, dat de behuizing voor de bediening beter toegankelijk is.
Monteer de FIBERTRAC 32 zodanig, dat de detectieslang zich in het stralingsgebied van de stralingsbronhouder bevindt. Monteer de FIBERTRAC 32 bij voorkeur naast elkaar en let erop, dat geen enkele detectieslang door een andere sensor wordt bedekt. Tank met warmteisolatie Bij tanks met een temperatuurisolatie moet u de sensor en de stra- lingsbronhouder bij voorkeur buiten de tankisolatie monteren.
Pagina 18
FIBERTRAC 32 een water- of luchtkoeling aan. Het koelsysteem moet ook in de berekening van de meetplaats wor- den meegenomen. Neem contact op met onze specialisten over de dimensionering van de koeling. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De 4 … 20 mA stroomuitgang wordt met standaard 2-aderige kabel zonder afscherming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326-1 voor industriële omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Specificaties van de potentiaalverbindingen binnen het instrument vindt u in het hoofdstuk " Technische gegevens". FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De klemmenopening wordt daardoor vrijgegeven. Wanneer u de schroevendraaier uittrekt, wordt de klemmenopening weer gesloten. 7. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door licht hieraan te trekken FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Signaaluitgang 4 … 20 mA/HART passief Signaalingang 4 … 20 mA Schakelingang voor NPN-transistor Schakelingang potentiaalvrij Transistoruitgang Interface voor sensor-sensor-communicatie (MGC) 10 Instelling busadres voor sensor-sensor-communicatie (MGC) MGC = Multi Gauge Communication FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 23
Fig. 12: Elektronica- en aansluitruimte (Ex d) bij instrumenten met intrinsiekvei- lige stroomuitgang Voedingsspanning Relaisuitgang Signaalingang 4 … 20 mA Schakelingang voor NPN-transistor Schakelingang potentiaalvrij Transistoruitgang Interface voor sensor-sensor-communicatie (MGC) Instelling busadres voor sensor-sensor-communicatie (MGC) MGC = Multi Gauge Communication FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 24
Fig. 13: Bedienings- en aansluitruimte (Ex ia) bij instrumenten met intrinsiekvei- lige stroomuitgang Aansluitklemmen voor intrinsiekveilige signaaluitgang 4 ... 20 mA/HART (actief) Contactpen voor display- en bedieningsmodule resp. interfaceadapter Aansluitklemmen voor de externe aanwijs- en bedieningseenheid Aardklem FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Aansluiting op een PLC Wanneer inductieve lasten of hogere stromen worden geschakeld, wordt de goudlaag op de relaiscontactvlakken permanent bescha- digd. Het contact is daarna niet meer geschikt voor het schakelen van laagspanningscircuits. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 26
Fig. 16: Elektronica- en aansluitruimte (Ex d) bij instrumenten met intrinsiekvei- lige stroomuitgang Voedingsspanning Relaisuitgang Signaalingang 4 … 20 mA Schakelingang voor NPN-transistor Schakelingang potentiaalvrij Transistoruitgang Interface voor sensor-sensor-communicatie (MGC) Instelling busadres voor sensor-sensor-communicatie (MGC) MGC = Multi Gauge Communication FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Stel het adres (MGC) op het primary-instrument in op "99". De seconday-instrumenten moeten daarvoor als "Summation se- condary" worden gedefinieerd. Kies daarvoor onder het menupunt " Inbedrijfname - Toepassing" de functie "Summation secondary". FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 28
Let erop, dat alle instrumenten dezelfde softwareversie gebruiken. De softwareversie 2.0 is niet downwards compatibel. Sluit de instrumenten aan conform het volgende aansluitschema: Fig. 18: Elektronica- en aansluitruimte bij cascade-opstelling van meerdere instrumenten. M Primary-instrument S Secondary-instrument FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 29
5 Op de voedingsspanning aansluiten Informatie: De aansluiting kan als alternatief ook bijvoorbeeld stervormig worden uitgevoerd. Let daarbij op de polariteit. De keuze van de beide klemmenparen is willekeurig. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Fig. 19: Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten Opmerking: Indien u naderhand het instrument met een display- en bedienings- module voor permanente meetwaarde-aanwijzing wilt uitrusten, dan is een verhoogd deksel met venster nodig. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Deze bediend de vier toetsen van de display- en bedieningsmodule door het gesloten deksel met kijkglas van de behuizing heen. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Voer een inbedrijfname uit in de hierna genoemde volgorde. Hoofdmenu Het hoofdmenu is in vijf bereiken verdeeld met de volgende functio- naliteit: Inbedrijfname: instellingen bijv. meetplaatsnaam, isotoop, toepas- sing, achtergrondstraling, inregeling, signaaluitgang Display: instellingen bijv. voor taal, meetwaarde-aanwijzing FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
• Speciale tekens + - / _ spatie Isotoop In dit menupunt kunt u de FIBERTRAC 32 op de in de stralingsbron- houder ingebouwde isotoop instellen. Controleer daarvoor, welke isotoop in de stralingsbronhouder is ingebouwd. Deze informatie vindt u op de typeplaat van de stralings- bronhouder.
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule De FIBERTRAC 32 heeft deze informatie nodig voor de automatische zelfcompensatie. Dat maakt en foutloze meting mogelijk over de gehele gebruiksduur van de gammastraler. Een jaarlijkse kalibratie komt te vervallen. Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw instellingen op met [OK] en ga met [ESC] en [->] naar het volgende...
De tank is zo mogelijk geheel gevuld (100%) of geheel leeg (0%). Afhankelijk of uw tank vol of leeg is, kunt u eerst de vol- of leeginrege- ling uitvoeren. De FIBERTRAC 32 sorteert de punten automatisch op vulhoogte. Kies " Tabel weergeven", om de linearisatiepunten weer te geven en te bewerken.
Pagina 36
Er zijn maximaal 32 lineariseringspunten mogelijk. Diagram weergeven Dit menupunt is pas dan beschikbaar, wanneer al een linearisering is uitgevoerd. Tabel weergeven In dit menupunt kunt u de waardeparen van de linearisering afzonder- lijk weergeven. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 37
De functie verschuift de lineariseringscurve naar dit bepaalde punt. Daarmee kan de meting exact aan de omstandigheden in de tank worden aangepast. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
In dit menupunt kunt u de relaisuitgang activeren en de functie en de schakelpunten daarvan instellen. Wanneer het uitsturen van de proceswaarde is ingesteld, kunt u kiezen tussen overvulbeveiliging of droogloopbeveiliging. De relaisuitgangen van de sensor reageren overeenkomstig. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 39
Data vanuit de sensor in de display- en bedieningsmodule inlezen Voordat u de sensor bij vrijgegeven toestand blokkeert, kunt u de viercijferige PIN veranderen. Onthoud de ingevoerde PIN-code goed. Bediening van de sensor is alleen nog maar met deze PIN-code mogelijk. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
" OK". In geval van storing vindt u op deze positie de bijbehorende storingscode. Sleepaanwijzer De aanwijsfunctie houdt de maximale en minimale waarden tijdens bedrijf vast. • Pulsfrequenties - min./max. • Temperatuur - min./max./actueel FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
U kunt verschillende waarden simuleren: Pulsfrequentie van de sensor Proceswaarde Stroomuitgang Schakelfunctie van het relais Informatie: 60 minuten na de laatste toetsbediening wordt de simulatie automa- tisch afgebroken. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De volgende tabel toont de defaultwaarden van het instrument. De waarden gelden voor de toepassing " Niveau". De toepassing moet eerst worden gekozen. Afhankelijk van de uitvoering van het instrument zijn niet alle menu- punten beschikbaar resp. verschillend bezet: FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Linearisatiecurve Leeg HART-bedrijfsstand Standaard Adres 0 HART-bedrijfsstand Met deze functie kunt u de bedrijfsstand kiezen. De HART-bedrijfsstanden Standard en Multidrop zijn beschikbaar in de sensor. De defaultinstelling is standaard met adres 0. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 44
• Kalibratiedatum - toont de kalibratiedatum en de datum van de laatste verandering • Instrumentspecificaties - toont aanvullende specificaties van het instrument, zoals bijv. toelating, elektronica ... Voorbeelden voor de infoweergave: FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
In dit menupunt kunt u de functie van de stroomuitgang activeren. Wanneer de uitgang wordt geactiveerd, blijft het instrument in functie als secondary, maar de 4...20 mA-uitgang van de FIBERTRAC 32 kan ook als afzonderlijk instrument worden gebruikt. Wanneer de uitgang actief is, heeft het instrument de volledige func- tionaliteit van een niveaumeetinstrument.
Pagina 47
Sleepwijzer meetwaarde: resetten van de parameterinstellingen in het menupunt " Inbedrijfname" naar de defaultwaarden van het betreffende instrument. De opdrachtgerelateerde instellingen blijven behouden, maar worden niet in de actuele parameters overgenomen. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 48
Bovenste schakelpunt - temperatuur 25 °C Bediening blokkeren Vrijgegeven Adres - Summation Secondary niet bezet Display Taal Gekozen taal Aanwijswaarde Pulsfrequentie Aanwijseenheid ct/s Overige instellingen Temperatuureenheid °C Linearisatiecurve Leeg HART-bedrijfsstand Standaard Adres 0 FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Indien dit niet het geval is, kunt u de taal in het menupunt " Display - taal van het menu" veranderen. Begin met de inbedrijfname van de FIBERTRAC 32. In het hoofdmenupunt " inbedrijfname" moeten voor een optimale instelling van de meting de afzonderlijke submenupunten opeen- volgend worden gekozen en ingesteld op de juiste parameters.
Pagina 50
• Speciale tekens + - / _ spatie Isotoop In dit menupunt kunt u de FIBERTRAC 32 op de in de stralingsbron- houder ingebouwde isotoop instellen. Controleer daarvoor, welke isotoop in de stralingsbronhouder is ingebouwd. Deze informatie vindt u op de typeplaat van de stralings- bronhouder.
(eenpuntsinregeling) inregeling (inbedrijfname - type inregeling) de " Eenpuntsinregeling'' heeft gekozen. In dit menupunt legt u het punt vast, waarbij de FIBERTRAC 32 in onbedekte toestand moet schakelen. Maak de tank leeg, tot de sensor niet meer is bedekt. Daarvoor geeft u de gewenste pulsfrequentie handmatig in of u laat deze door FIBERTRAC 32 bepalen.
In dit menupunt kunt u instellen, bij welke minimale pulsfrequentie (ct/s) de sensor moet omschakelen. Vul de tank, tot de FIBERTRAC 32 is bedekt. Daarmee krijgt u voor de inregeling bedekt de minimale pulsfrequen- tie (ct/s). Voer de pulsfrequentie handmatig in of u laat deze door de FIBER- TRAC 32 bepalen.
In dit menupunt kunt u instellen, bij welke maximale pulsfrequentie (ct/s) de sensor moet omschakelen. Maak de tank leeg, tot de FIBERTRAC 32 niet meer is bedekt. Daarmee krijgt u voor de inregeling niet-bedekt de maximale pulsfre- quentie (ct/s).
Pagina 54
Onthoud de ingevoerde PIN-code goed. Bediening van de sensor is alleen nog maar met deze PIN-code mogelijk. Opgelet: Bij actieve PIN is de bediening via PACTware/DTM en via andere systemen tevens geblokkeerd. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 55
• Pulsfrequenties - min./max. • Temperatuur - min./max./actueel Inregelgegevens Hier kunt u de inregelwaarde van de sensor oproepen. Dat is de pro- centuele waarde van de maximale pulsfrequentie, waarbij de sensor omschakelt. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
U kunt verschillende waarden simuleren: Pulsfrequentie van de sensor Stroomuitgang Schakelfunctie van het relais Informatie: 10 minuten na de laatste toetsbediening wordt de simulatie automa- tisch afgebroken. Berekende demping De sensor berekent automatisch een geschikte integratietijd. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 57
De volgende tabel toont de defaultwaarden van het instrument. De waarden gelden voor de toepassing " Grensniveau". De toepassing moet eerst worden gekozen. Afhankelijk van de uitvoering van het instrument zijn niet alle menu- punten beschikbaar resp. verschillend bezet: FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 58
Bij de bedrijfsmodus Multidrop communiceren meerdere sensoren via een tweedraadskabel via het HART-protocol. In de bedrijfsstand Multidrop kunnen max. 15 sensoren op een 2-draadskabel worden aangesloten. Iedere sensor moet een adres tussen 1 en 15 krijgen toegekend. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
In display- en bedienings- Wanneer het instrument is uitgevoerd met een display- en bedie- module ningsmodule, dan kunnen de parametreergegevens daarin worden opgeslagen. De procedure wordt in het menupunt " Instrumentinstel- lingen kopiëren" beschreven. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 60
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Besturingssysteem: Android 5.1 of nieuwer • Bluetooth 4.0 LE of nieuwer Download de VEGA Tools-app uit de " Apple App Store", de " Goog- le Play Store" resp. de " Baidu Store" naar uw smartphone of tablet. Verbinding maken Sensor-PIN wijzigen Om met de sensor te communiceren, moet de vooringestelde sensor-PIN (0000) in een eigen sensor-PIN worden veranderd.
Links vindt u het navigatiegebied met de menu's " inbedrijfname", " Weergave", " diagnose" en andere. Het gekozen menu-item is herkenbaar aan de kleurverandering en wordt in de rechterhelft getoond. Fig. 22: Voorbeeld van een app-aanzicht - inbedrijfname meetwaarden FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 63
7 Met smartphone/tablet in bedrijf nemen (Bluetooth) Voer de gewenste parameters in en bevestig deze via het toetsenbord of het edit-veld. De instellingen zijn daarna in de sensor actief. Sluit de app, om de verbinding te verbreken. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De verdere inbedrijfname wordt in de gebruiksaanwijzing " DTM-Col- lection/PACTware" beschreven, die met iedere DTM Collection wordt meegeleverd en via internet kan worden gedownload. Een aanvullen- de beschrijving is in de online-help van PACTware en de VEGA-DTM's opgenomen. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De volledige versie kunt u op een CD krijgen via uw vertegenwoordiging. Parametergegevens opslaan Het verdient aanbeveling de parameters via PACTware te documen- teren resp. op te slaan. Deze kunnen daardoor nogmaals worden gebruikt en staan voor servicedoeleinden ter beschikking. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Wanneer de verbinding wordt onderbroken, bijv. bij te grote afstand tussen instrument en bedieningsapparaat, dan wordt dit overeenkom- stig op het bedieningsapparaat getoond. Wanneer de verbinding weer wordt hersteld, dan verdwijnt de melding. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
(DTM) conform de FDT-standaard nodig. De meest actuele PACTware-versie en alle beschikbare DTM's zijn in een DTM Collec- tion opgenomen. Bovendien kunnen de DTM's in andere applicaties conform FDT-standaard worden opgenomen. Fig. 26: Voorbeeld van een DTM-aanzicht FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Deze software wordt via het internet geactualiseerd en nieuwe EDD's worden na vrijgave door de fabrikant automatisch in de instru- mentcatalogus van deze software overgenomen. Deze kunnen dan naar een Field Communicator worden overgedragen. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
(bijv. tijdens de simulatie). Deze statusmelding is standaard niet actief. Buiten de specificatie (out of specification): de meetwaarde is onzeker, omdat de instrumentspecificaties zijn overschreden (bijv. elektronicatemperatuur). Deze statusmelding is standaard niet actief. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 71
Verbindingskabel met secondary-instru- Verbindingskabel met secondary-instru- ment onderbroken ment controleren Secondary meldt storing Instrument niet als secondary-instru- Instrument als secondary definiëren ment gedefinieerd Secondary-instrumenten controleren Een van de secondary-instrumenten meldt een fout FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 72
Fout in de veldbuscommunicatie Instrument opnieuw starten Communicatiefout Neem contact op met onze service F114 Accu ontladen Real-time klok opnieuw instellen Fout Real-time klok F120 Verkeerde of ontbrekende instrumentin- Inregeling uitvoeren regeling Filtertijdfout FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 73
Automatisch einde na 60 min. afwachten Tab. 5: Foutcodes en tekstmeldingen, instructies betreffende oorzaak en oplossing Out of specification Code Oorzaak Oplossen Tekstmelding S017 Nauwkeurigheid buiten de specificatie Inregelgegevens corrigeren Nauwkeurigheid buiten de specificatie FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Voedingsspanning te laag Controleren, evt. aanpassen resp. belastingsweerstand te hoog Stroomsignaal groter dan 22 Instrument op storingsmelding Storingsmelding op de display- en bedienings- mA of kleiner dan 3,6 mA. module aanhouden FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan 24-uurs service hotline in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder tel.nr. +49 1805 858550. De hotline staat ook buiten de gebruikelijke kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur per dag ter beschikking.
11.6 Procedure in geval van reparatie De volgende procedure heeft alleen betrekking op de sensor. Wan- neer een reparatie van de stralingsbronhouder noodzakelijk mocht zijn, vindt u de bijbehorende instructies in de handleiding van de stralingsbronhouder. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 77
Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecificatie- blad buiten op de verpakking aanbrengen. • Vraag het adres voor de retourzending op bij uw vertegenwoordi- ging. Deze vindt u op onze homepage www.vega.com. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 80
Uitgangsgrootheid - niveaumeting Uitgangssignalen 4 … 20 mA/HART - actief; 4 … 20 mA/HART - passief Bereik van het uitgangssignaal 3,8 … 20,5 mA/HART Klemmenspanning passief 9 … 30 V DC Kortsluitbeveiliging Aanwezig FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 81
Ʋ TV (Third Value) Uitgangswaarde vrij instelbaar, bijv. pulssnelheid Ʋ QV (Quaternary Value) Uitgangswaarde vrij instelbaar, bijv. pulssnelheid Aangehouden HART-specificatie Meer informatie omtrent Manufacturer ID, Zie website van de HART Communication Foundation instrument-ID, instrumentrevisie FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 82
Invloeden op de meetnauwkeurigheid Specificaties gelden ook voor de stroomuitgang Temperatuurdrift - stroomuitgang ±0,03 %/10 K gerelateerd aan het 16 mA-bereik max. ±0,3 % Afwijking op de stroomuitgang door <±15 µA analoog-digitaal omvorming FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 83
Tijdsperiode na sprongsgewijze verandering van de meetafstand met max. 0,5 m bij vloeistoftoepassingen, max. 2 m bij stortgoedtoepassingen, tot het uitgangssignaal voor de eerste keer 90% van de stabiele waarde heeft aangenomen (IEC 61298-2). Getest conform de richtlijnen van de Germanischen Lloyd, GL-karakteristiek 2. FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Overspanningscategorie 13.2 Afmetingen De volgende maattekeningen geven slechts een deel van de mogelijke uitvoeringen weer. Gedetail- leerde maattekeningen kunnen via www.vega.com/downloads en " Tekeningen" worden gedown- load. Micro-omgeving in behuizing: vervuilingsgraad 2 Voorwaarde voor het behouden van de beschermingsklasse is een passende kabel.
Pagina 85
Aluminium of RVS-behuizing M20x1,5/ 119 mm ½ NPT (4.69") 169 mm (6.65") 116,5 mm 175 mm (4.59") (6.89") 90 mm 100 mm (3.54") (3.94") 143,5 mm (5.65") Fig. 29: Aluminium behuizing resp. rvs-behuizing (fijngietwerk) FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 86
13 Bijlage FIBERTRAC 32 ø 60 mm (2.36") ø 64 mm (2.52") Fig. 30: FIBERTRAC 32 Meetbereik (bestellengte instrument) FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 87
(7.68") 152,5 mm (6.00") 127 mm 450 mm (5.00") 51 mm (17.72") (2.01") 14 mm (0.55") 153,3 mm (6.03") Fig. 31: FIBERTRAC 32 met meegeleverde montagetoebehoren Minimale buigradius: 305 mm (12 in) FIBERTRAC 32 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuel- le. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com. VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad indu- strial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com.