behulp van gereedschap 2
5
linksom draaien.
Basisinstelling veervoor-
88
spanning achter
zonder Dynamic ESA
Stelknop tot tegen de aanslag
in tegenwijzerzin draaien. (So-
logebruik zonder belading)
Stelknop tot tegen de aanslag
in tegenwijzerzin draaien, dan
z
10 rotaties in wijzerzin. (Solo-
gebruik met belading)
Stelknop tot tegen de aanslag
in wijzerzin draaien. (Sologe-
bruik en belading)
SU
Afdekking in de bevestiging 2
aanbrengen en in de bevesti-
gingen 1 drukken.
Demping
Instelling
De demping moet aan de veer-
voorspanning en de wegomstan-
digheden worden aangepast.
Een oneffen wegdek vereist
een soepelere demping dan
een effen wegdek.
Een verhoging van de veer-
voorspanning vereist een stug-
gere demping, een verlaging
van de veervoorspanning een
zachtere demping.
Demping achterwiel
instellen
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Instellen van de demping van
de linker voertuigzijde uitvoe-
ren.
Om de demping de verzwaren,
stelschroef 1 rechtsom draaien.
Om de demping de versoe-
pelen, stelschroef 1 linksom
draaien.