Temperatuurcompensatie
7
De bandenspanning is afhankelijk
van de temperatuur: deze neemt
118
toe naarmate de bandentem-
peratuur toeneemt resp. daalt
naarmate de bandentemperatuur
afneemt. De luchttemperatuur in
de band is afhankelijk van de om-
gevingstemperatuur en de rijstijl
en duur van de rit.
De bandenspanningen
worden op het multifunc-
tioneel display temperatuurge-
compenseerd weergegeven en
hebben altijd betrekking op de
z
volgende luchttemperatuur in
de band:
20 °C
Bij de bandenspanningsmeters
van tankstations vindt geen tem-
peratuurcompensatie plaats, de
gemeten bandenspanning is af-
hankelijk van de bandentempe-
ratuur. Hierdoor zullen de daar-
mee gemeten waarden meestal
niet overeenstemmen met de
waarden op het multifunctioneel
display.
Aanpassing van de
bandenspanning
Vergelijk de RDC-waarde op het
multifunctioneel display met de
waarde op de achterzijde van de
omslag van de handleiding. De
afwijking tussen beide waarden
moet met de bandenspannings-
meter van het tankstation worden
gecompenseerd.
Voorbeeld
Volgens handleiding moet de
bandenspanning de volgende
waarde bedragen:
2,5 bar
Op het multifunctioneel display
wordt de volgende waarde
weergegeven:
Voorbeeld
2,3 bar
Er ontbreekt dus:
0,2 bar
De bandenspanningsmeter bij
het tankstation toont:
2,4 bar
Om de correcte bandenspan-
ning in te stellen, moet deze
met de volgende waarde wor-
den verhoogd:
2,6 bar
Schakelassistent
met schakelassistent Pro
Schakelassistent Pro
De motorfiets is met de oor-
spronkelijk in de motorsport ont-
wikkelde schakelassistent uit-
gerust, die aan het toergebruik
is aangepast. De schakelassis-
SU