Inhoudsopgave
Advertenties
Problemen oplossen
Raadpleeg de onderstaande tabel voor u uw Sony-handelaar contacteert.
Symptoom
Het toestel wordt niet ingeschakeld.
(Het LED-lampje is gedoofd.)
Het toestel is uitgeschakeld maar het LED-
lampje blijft branden.
Het scherm wordt niet ingeschakeld.
Beelden worden niet correct weergegeven.
Wanneer u het toestel uitschakelt tijdens het
gebruik van de DisplayPort-ingang, wordt het
beeld onstabiel.
Beelden die ingevoerd worden via de
DisplayPort-ingang worden niet correct
weergegeven.
Er treedt resolutieverlies (vertragingen in de
scanlijnen) op bij gebruik van de dual-
linkmodus (LMD-DM50/DM30).
De muisaanwijzer beweegt niet vloeiend.
Oorzaak en oplossing
• Controleer of het toestel aangesloten is op een stopcontact (pagina 15).
• Controleer of de ?/a-schakelaar (aan/uit) ingeschakeld is.
• Na het uitschakelen van de ?/a-schakelaar (aan/uit) in de stand-bystand, blijft het
LED-lampje nog enkele seconden branden. Dit is geen defect.
• Ga na of de kabels correct aangesloten zijn.
• Controleer of de computer ingeschakeld is.
• Als het LED-lampje oranje oplicht, is de stand-bystand mogelijk geactiveerd op de
computer. Druk op een toets op het toetsenbord om de computer te activeren.
• De ingevoerde signaalfrequentie of beeldschermresolutie is mogelijk niet geschikt
voor de specificaties van het toestel. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
computer en pas de frequentie en/of de resolutie aan.
• Als het LED-lampje twee of drie keer knippert, doet er zich waarschijnlijk een fout
voor. Contacteer uw Sony-handelaar.
• De beeldschermresolutie voor een bepaald ingevoerd signaal is mogelijk niet geschikt
voor de specificaties van het toestel. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
computer en pas de resolutie aan.
• Terwijl de computer ingeschakeld is, worden er gegevens verstuurd via de
DisplayPort. Schakel het toestel niet uit terwijl er DisplayPort-signalen ontvangen
worden.
Schakel het toestel niet uit als de computer ingeschakeld is. Zelfs na het opnieuw
inschakelen van het toestel is het mogelijk dat het beeld onstabiel is. Schakel de
computer pas in nadat u het toestel hebt ingeschakeld.
• Een signaal van de DisplayPort-ingang wordt mogelijk niet correct weergegeven
afhankelijk van de gebruikte grafische kaart, het gebruikte stuurprogramma, het
gebruikte besturingssysteem enz. Neem contact op met uw handelaar voor meer
informatie over aanbevolen grafische kaarten.
• Dit kan voorvallen als u een single-link-DVI-kabel gebruikt. Gebruik de bijgeleverde
dual-link-DVI-kabel (pagina 11).
• Controleer de vernieuwingsfrequentie (Fv) van de weergavemodus.
Kies de volgende instelling voor vloeiende bewegingen:
Fv = 50 Hz voor LMD-DM50
Fv = 60 Hz voor LMD-DM30/DM20
Meer informatie over de instelmethode vindt u in de gebruiksaanwijzing van de
grafische kaart.
27
Problemen oplossen
Advertenties
Inhoudsopgave
