Foutcodes
Table 11
11 Communicatiefouten
Communicatiefouten
Table
Table
11
Communicatiefouten
Type
Code
Code
Code
Type
Type
CAD1
Alarm
CAC1
Alarm
CDD0
Alarm
CDC0
Alarm
CAO1
Alarm
CAC2
Alarm
CDC1
Alarm
78
Naam
Naam
Naam
Communicatiefout
vloeistofpaneel
Communicatiefout
spoelregelaar
Dubbel vloeistofpa-
neel
Dubbele
spoelregelaar
Communicatiefout
Logic Controller
Communicatiefout
spoelregelaar
Dubbele
spoelregelaar
Omschrijving
Omschrijving
Omschrijving
De communicatie
tussen de bestur-
ingsinterface en het
vloeistofpaneel of de
vloeistofregelmodule
(FCM) is onderbro-
ken.
De communicatie
tussen de
besturingsinterface
en de spoelregelaar is
onderbroken.
Het systeem
detecteert meerdere
vloeistofpanelen
ingesteld op hetzelfde
ID.
Het systeem
detecteert meerdere
spoelregelaars
ingesteld op hetzelfde
ID.
De communicatie
tussen de
besturingsinterface
en het systeem is
onderbroken.
De communicatie
tussen de
besturingsinterface
en de spoelregelaar is
onderbroken.
Het systeem
detecteert meerdere
spoelregelaars
ingesteld op hetzelfde
ID.
Oplossing
Oplossing
Oplossing
• Controleer de CAN-verbind-
ing in het systeem. Zie
De CAN-kabels aansluiten, page 21
• Controleer de CAN-verbinding op de
vloeistofregelmodule (412).
• De vloeistofregelmodule heeft een foute
CAN-ID.
• Controleer de statusleds op de
vloeistofregelmodule (412).
• Schakel stroom in en uit.
• Controleer de CAN-verbind-
ing in het systeem. Zie
De CAN-kabels aansluiten, page 21
• Controleer de CAN-verbinding op de
besturingskaart van de spoelen.
• De besturingskaart van de spoelen heeft
een fout CAN-ID.
• Controleer de statusleds op de
besturingskaart van de spoelen.
• Schakel de voeding in en uit
• De vloeistofregelmodule van het
vloeistofpaneel heeft hetzelfde CAN-ID
als een andere module.
• Wijzig de selectorschakelaar op de
regelmodule. Zie 'Selectorschakelaar
instellen' in handleiding 3A3954.
• De spoelregelaar heeft hetzelfde CAN-ID
als een andere module.
• Wijzig de selectieschakelaar op de
besturingskaart van de spoelen.
• Controleer de CAN-verbinding onderaan
de besturingsinterface.
• Controleer de statusleds op de
besturingsinterface. Zie
informatie met controlelampjes, page 72
• Controleer de CAN-verbinding in het
systeem.
• Controleer de CAN-verbinding op de
besturingskaart van de spoelen
• Controleer de statusleds op de
besturingskaart van de spoelen.
• Schakel de voeding van het systeem in
en uit.
• Wijzig de selectieschakelaar op de
besturingskaart van de spoelen.
• De spoelregelaar heeft hetzelfde CAN-ID
als een andere module.
• Wijzig de selectieschakelaar op de
besturingskaart van de spoelen.
.
.
Diagnose-
.
3A8018D