Bediening
Het systeem
systeem spoelen
spoelen (systemen
Het
Het
systeem
spoelen
Om systemen met ingeschakelde kleurwisselfunctie
te spoelen, volgt u de stappen in:
spoelen (systemen met ingeschakelde kleurwissel),
page
31.
Aard de apparatuur en afvalcontainer altijd om
brand en ontploffingen te voorkomen. Spoel altijd
bij een zo laag mogelijke druk, om statische vonken
en letsel door opspattende vloeistof te voorkomen.
De onderdelen in het isolatiesysteem zijn in de
fabriek getest met vloeistof. Om te voorkomen dat
uw vloeistof wordt vervuild, moet het isolatiesysteem
voor het eerste gebruik worden gespoeld met een
compatibel spoelmiddel.
Spoel het systeem in de spoelmodus. In de
spoelmodus is de lucht naar het pistool afgesloten
en doseert het systeem alle vloeistof in de
vloeistofcilinder. Het systeem spoelen:
• Gebruik de Spoelmodus om eerst de verf uit het
systeem te laten.
• Ga daarna verder met een reinigingsvloeistof om
de isolatievloeistofpomp (K) volledig te vullen en
weer leeg te spoelen om deze te reinigen.
• Druk op de knop Niet vullen om het bijvullen te
stoppen:
30
(systemen zonder
zonder kleurwissel)
(systemen
zonder
Het systeem
kleurwissel)
kleurwissel)
1. Laat de pistooltrekker los en schakel de
elektrostatica uit door de ES aan/uit-schakelaar
achteraan de handgreep in de UIT-stand te
zetten.
2. Volg de
Procedure voor het ontladen van
vloeistofspanning en aarding, page
3. Sluit de verftoevoer naar de eenheid af.
4. Gebruik de besturingsinterface om de modus in
te stellen op Spoelen.
5. Houd de pistooltrekker ingedrukt tot er geen verf
meer uitkomt.
6. Voer een compatibele reinigingsvloeistof toe
naar het systeem.
7. Schakel de knop Niet vullen uit:
.
8. Het systeem vult bij tot de isolatievloeistofpomp
volledig vol is.
Houd de pistooltrekker ingedrukt tot de vloeistof
helder is. Als de pomp leeg is, komt er geen
vloeistof meer uit het pistool terwijl de pomp
bijvult. Houd de pistooltrekker ingedrukt terwijl
de pomp bijvult en het pistool zal verdergaan met
spoelen zodra de pomp gevuld is.
9. Activeer de toets Niet vullen
isolatievloeistofpomp niet wordt bijgevuld zodra
die leeg is. Zie
10. Houd de pistooltrekker ingedrukt tot het systeem
aangeeft dat de isolatievloeistofpomp leeg is.
11. Volg de
Drukontlastingsprocedure, page
28.
zodat de
Startscherm, page 44
.
29.
3A8018D