Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Instelmenu's

Kalibratieschermen

Kalibratieschermen
Kalibratieschermen
Kalibreren
Kalibreren
Kalibreren 1: 1: 1: Pomp
Pomp kalibreren
Pomp
Gebruik het scherm Kalibreren 1 om de lineaire
positiesensor in de isolatievloeistofpomp te
kalibreren. De kalibratie bepaalt de grenzen tussen
'vol' en 'leeg' van de pomp om een nauwkeurig
volume en prestaties te garanderen. Kalibreer de
pomp nadat ze werd verwijderd voor onderhoud of
nadat nieuwe systeemsoftware werd ingesteld. Voer
de stappen in uit.
De
De pomp
De
pomp kalibreren
pomp
kalibreren
kalibreren
Zorg ervoor dat het systeem lucht- en vloeistoftoevoer
heeft vóór de kalibratie van de isolatievloeistofpomp.
Zet het systeem op Stand-by.
1. Druk op de toets Vullen. Zo komt er
vloeistof in het systeem en wordt de pomp
gevuld. Rechts onderaan het scherm
stijgt de pompvolume-indicator en daalt de
overeenkomstige spanningswaarde in millivolt
(mV).
2. Als de waarden voor het pompvolume en mV niet
meer wijzigen, is de pomp gevuld. Druk op de
toets Vol instellen. De opgeslagen mV-waarde
wordt ook naast deze toets weergeven. Het
systeem gaat terug naar stand-bymodus.
3. Druk op de toets Leeg. Hiermee komt
de pomp onder druk te staan en gaat er
vloeistof naar het spuitpistool. Gebruik de
pistooltrekker om de vloeistof uit het systeem
te spuiten. Rechts onderaan het scherm
zal de pompvolume-indicator dalen en de
overeenkomstige mV-waarde stijgen.
Het scherm toont het solenoïdeventiel waarmee
het systeem vloeistof in het systeem zal laten.
Het ventiel stemt overeen met de kleur die voor
de huidige voorkeuze is geselecteerd.
4. Laat de trekker los wanneer er geen vloeistof
meer uit het pistool komt. Druk op de toets Leeg
instellen. De opgeslagen mV-waarde wordt ook
naast deze toets weergeven. Het systeem gaat
terug naar stand-bymodus.
56
kalibreren
kalibreren
Kalibreren 2: 2: 2: Lucht
Kalibreren
Kalibreren
Lucht
Lucht en
Gebruik het scherm Kalibreren 2 om de
kalibratiewaarde van de lucht en de vloeistof aan te
passen. (De standaardwaarde is 1.000 mV.)
Kalibreer de lucht en de vloeistof:
• Wanneer de werkelijke lucht- of vloeistofdruk
niet overeenkomt met de doelwaarde op het
startscherm, terwijl dat wel zo zou moeten zijn.
Startscherm, page
44.
Zo moeten de doelwaarde en de werkelijke waarde
beide 0 zijn wanneer u lucht toevoert naar het
systeem en het systeem in de stand-bymodus
staat.
• Na het vervangen van de elektrische/pneumatische
regelaar (V2P) (415).
• Na het vervangen van de V2P-kabel.
Voer de stappen in
De lucht en de vloeistof kalibreren, page
Lucht:
Lucht: Huidige luchtdruk in millivolt (mV) voor
Lucht:
kalibratiedoeleinden.
Vloeistof: Huidige vloeistofdruk in mV voor
Vloeistof:
Vloeistof:
kalibratiedoeleinden.
en vloeistof
en
vloeistof
vloeistof
57. uit.
3A8018D

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave