Inhoudsopgave
Advertenties
15. In deze positie klemt de fitting na aandraaien op
het geleidende segment (FC) van de slang.
De geleidende laag van de slang (FC) moet
geaard worden door deze aan te sluiten op de
geaarde kast (CA) van het isolatiesysteem.
Om de aardingscontinuïteit te handhaven,
moet de geleidende laag van de slang (FC)
aan de koppelring gekoppeld zijn wanneer
de trekontlastingsmoer wordt aangedraaid.
Als u de slang niet goed in de trekontlasting
installeert, kunt u een elektrische schok krijgen.
16. Schuif de binnenslang (FT) door de
trekontlastingsbehuizing in de kast totdat deze
de knelkoppeling (82) op de vloeistofregelaar
bereikt. Schroef het moergedeelte van de fitting
los. Dit moergedeelte bestaat uit 3 onderdelen
(82a, 82b, 82c).
17. Schuit de moer (82a) op de vloeistofslang,
gevolgd door de voorste koppelring (82b), en dan
de achterste koppelring (82c). Het is steeds de
bredere kant van elke koppelring (82b, 82c) die
gericht is naar de moer (82a).
Figure 10 Oriëntatie koppelringen op de
vloeistofslang
18. Trek de moer (82a, 82b, 82c) terug van het
uiteinde van de slang. Steek de slang (FT) in
de knelkoppeling (82) en duw ze verder tot ze
volledig in de behuizing van de fitting zit (82d).
Gebruik een moersleutel om de fitting aan te
draaien tot 6,2 Nm (55 in-lb).
3A8018D
19. Draai de trekontlastingskoppelring (38) in de
trekontlastingsbehuizing en haal aan tot 6,2
Nm (55 in-lb). Draai niet te sterk aan om te
voorkomen dat u de slang doorsnijdt.
20. Zorg ervoor dat het kogelventiel (39) open is
(handgreep omhoog) zodat de vloeistof kan
doorstromen.
21. Plaats elektrostatische afscherming (12) terug
in de kast.
22. Sluit de kastdeur en gebruik een platte
schroevendraaier om de deur weer vast te
schroeven.
De
De luchtslang
De
luchtslang van
luchtslang
van de
van
aansluiten.
aansluiten.
aansluiten.
Verbind de pistoolluchtslang tussen de luchtuitlaat
(D) op de isolatiekast en de luchtinlaatwartel op het
pistool. Voor te beginnen met deze procedure moet
de vloeistofslang verbonden zijn met de pistoolloop
en moet de luchtinlaatwartel door de console aan de
pistoolhandgreep geplaatst zijn.
1. Plaats de luchtslang op de luchtinlaatwartel van
het pistool en maak ze vast.
Note
De fitting voor de verbinding is een
linksdraaiende schroefdraad.
2. Verbind de luchtslang van het pistool naar de
luchtuitlaat (D) op de isolatiekast.
Figure 11 Locatie luchtaansluiting
3. De fitting op de luchtslang is uitgerust met een
aarddraad voor elektrostatische pistolen. Sluit
het andere uiteinde van de aarddraad aan op
een goed aardpunt. Zie
Installatie
de kast
de
kast op
kast
op het
op
het pistool
het
pistool
pistool
Aarding, page 16
.
19
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
