Bediening
Bediening
Bediening
Bediening
Werkingsoverzicht
Werkingsoverzicht
Werkingsoverzicht
1. Steek de stekker van het systeem in
het stopcontact. Het systeem krijgt
stroom en zet zich in modus Uit. Zie
De voeding aansluiten, page 22
2. Controleer of de vloeistof- en luchttoevoer
verbonden zijn. Druk op de Aan/uit-toets
systeem gaat in de stand-bymodus.
3. Vul het systeem voor. Gebruik de
besturingsinterface om de modus te wijzigen
naar Voorvullen. Zie
Druk de pistooltrekker in tot uw materiaal uit het
pistool komt.
4. Gebruik de besturingsinterface om de
lucht- en vloeistofdruk in te stellen. Zie
Startscherm, page 44
5. Gebruik de besturingsinterface om de modus te
wijzigen naar Spuiten. Het systeem begint te
vullen. Zie
Startscherm, page 44
6. Begin te spuiten.
Opmerking: Het systeem vult automatisch bij
Opmerking:
Opmerking:
wanneer de pistooltrekker wordt losgelaten en
het vloeistofpeil lager is dat de instelling 'Start
vullen'.
Voor informatie over de instelling 'Start vullen',
zie
Pompscherm 1: Pompvolume, page
Procedure
Procedure voor
Procedure
voor het
voor
vloeistofspanning
vloeistofspanning en
vloeistofspanning
De vloeistoftoevoer staat onder hoge spanning
totdat deze spanning wordt ontladen. Het
aanraken van de onderdelen van het systeem
voor elektrische isolatie of de elektrode van het
spuitpistool veroorzaakt een elektrische schok.
Wijzig of omzeil de veiligheidsvergrendeling aan de
Procedure voor
deur niet en volg de Procedure
Procedure
van vloeistofspanning
vloeistofspanning en
van
van
vloeistofspanning
schokken te vermijden:
• wanneer u de opdracht krijgt om de spanning
te ontladen
• voordat u de systeemapparatuur reinigt, spoelt
of er onderhoud aan pleegt
• voordat u de voorkant van het pistool nadert
• voordat u de isolatiekast opent
28
.
Startscherm, page 44
.
.
53.
het ontladen
het
ontladen van
ontladen
van
van
en aarding
en
aarding
aarding
voor het
het ontladen
ontladen
voor
het
ontladen
en aarding
aarding om elektrische
en
aarding
1. Laat de pistooltrekker los en schakel de
elektrostatica uit door de ES aan/uit-schakelaar
achteraan de handgreep in de uitstand te zetten.
. Het
2. Als u de pistooltrekker loslaat en de vertragingstijd
.
van de aardingsstang is verstreken, zakt de
aardingsstang (N) in de isolatiekast en ontlaadt
het systeem. Controleer op het bedrijfsscherm
van de besturingsinterface om te controleren dat
het systeem ontladen is:
a. Controleer of de statusindicator
b. Controleer of het spanningsniveau op de
c. Maak met de elektrode van het pistool even
Opmerking:
Opmerking:
Opmerking: Voer de volgende stappen uit
wanneer u onderhoud moet plegen in de
isolatiekast:
3. Druk op de Stop-toets
besturingsinterface om het systeem uit te
schakelen (modus Uit).
4. Wacht een minuut voordat u de isolatiekast
opent. Gebruik een platte schroevendraaier om
kast te openen.
5. Gebruik de handmatige aardingsstang (R)
om alle spanning in de kast af te voeren
voordat u onderdelen aanraakt. Neem de
aardingsstang (R) en raak hiermee alle
belangrijke onderdelen in de kast aan. Gebruik
de stang bijvoorbeeld op de isolatievloeistofpomp
(K), de vloeistofdrukregelaar (L) en de isolatieklep
(G) voordat u de systeemonderdelen met uw
handen aanraakt.
Aardingsstang het aardingssymbool
weergeeft. Zie
Menugebruik, page
besturingsinterface 0 kV aangeeft. Zie
Menugebruik, page 44
contact met de geaarde stang (R).
44.
.
op de
3A8018D