In-/afstellingen
8.1
Zaadgoeddosering en verspreiding
8.1.1
Zaaihoeveelheid instellen
Stel het volgende eenmalig in AMATRON 3 in:
•
het machinetype
•
het aantal zaaiaggregaten,
•
de machineuitrusting
•
de afstand tussen de rijen,
•
de opdrachtregistratie
ο
de hoeveelheid korrels
ο
afdraaiproef mest.
Een nauwkeurige beschrijving vindt u in de be-
dieningshandleiding AMATRON 3.
8.1.2
De zaaigoedschuif afstellen
1. Stel met behulp van de hendel (Fig. 104/1)
de zaadgoedschuif af. Haal de voorlopige
instelwaarde uit de tabel (Fig. 47) .
2. Borg de stand van de hendel met behulp
van de kartelbout (Fig. 104/2).
96
Fig. 103
Fig. 104
Deze afstelling is van invloed op de positionering van het zaadgoed
in de separatietrommel.
Dubbel bezette en lege plekken in de separatietrommel worden na
het bereiken van de rijsnelheid door de optosensor gedetecteerd. De
AMATRON 3 geeft een alarmsignaal af.
EDX 45/6000-2C BAH0046-3 09.14