Opbouw en werking
5
Opbouw en werking
Fig. 32
50
Dit hoofdstuk informeert u over de opbouw van de machine en de
werking van de afzonderlijke componenten.
De machine is uitgerust met een centraal geplaatste zaadgoedtank
(Fig. 32/1).
De instelling van de strooihoeveelheid vindt plaats door het intoetsen
van gegevens in de boordcomputer AMATRON 3. De AMATRON 3
berekent de werksnelheid en de afgelegde afstand uit de ontvangen
signalen van de radar.
Onder de zaadgoedtank drijft een elektromotor de separatietrommel
aan [in het venster (Fig. 32/3) zichtbaar] afhankelijk van de ingestelde
strooihoeveelheid en de werksnelheid.
De centrale instelling (Fig. 32/4) van de afstrijkers, die de meervoudi-
ge plaatsing van zaadkorrels op de trommel voorkomen, en de cen-
trale instelling (Fig. 32/5) van de luchtgeleidingsplaat zijn eenvoudig
bereikbaar.
De afbeelding (Fig. 33) toont het traject van de zaadkorrels van de
separatie tot de positionering door de dubbele zaaischijf (Fig. 32/6) in
de zaaivoor.
De meststof wordt in de meststoftank (Fig. 32/7) vervoerd. De ge-
wenste hoeveelheid mest wordt gedoseerd door een doseerrol in de
doseerunit.
Met de transportvijzel (Fig. 32/8) kan de meststoftank makkelijk wor-
den gevuld.
De doseerrol wordt aangedreven door een elektromotor. De werk-
snelheid en de ingestelde meststofhoeveelheid bepalen het aandrijf-
toerental van de doseerrol.
EDX 45/6000-2C BAH0046-3 09.14