Download Print deze pagina

PEUGEOT 301 2018 Instructieboekje pagina 84

Advertenties

Rijden
F Auto's met een benzinemotor: activeer de
startmotor door de sleutel in de stand 3 te
houden tot de motor is aangeslagen. Geef
hierbij geen gas. Laat de sleutel los zodra
de motor is aangeslagen.
F Auto's met een dieselmotor: draai de sleutel
in de stand 2 (aanzetten van het contact)
om de motor te laten voorgloeien.
Activeer, zodra dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel is
gedoofd, de startmotor door de
sleutel in de stand 3 te houden
tot de motor is aangeslagen; geef
daarbij geen gas. Laat de sleutel los
zodra de motor is aangeslagen.
Onder winterse omstandigheden blijft
het waarschuwingslampje langer
branden. Als de motor warm is, gaat het
waarschuwingslampje niet branden.
Als de motor niet onmiddellijk aanslaat,
zet dan het contact uit. Wacht even
alvorens opnieuw te starten. Als de motor
ook na een aantal pogingen niet aanslaat,
probeer dan niet langer de motor te
starten: de startmotor en de motor zouden
beschadigd kunnen raken. Neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
82
Laat de motor bij gematigde temperaturen
niet stationair warmdraaien, maar rijd zo
snel mogelijk weg zonder de motor veel
toeren te laten draaien.
Laat de motor nooit stationair draaien
in een slecht geventileerde, afgesloten
ruimte: verbrandingsmotoren stoten giftige
uitlaatgassen uit, zoals koolmonoxide.
Kans op (dodelijke) vergiftiging.
Laat bij winterse omstandigheden
(temperaturen onder -23 °C) de motor
gedurende 4 minuten stationair draaien
voordat u wegrijdt. Dit is belangrijk voor
de goede werking en de levensduur van
de mechanische onderdelen van uw auto,
motor en transmissie.
Afzetten van de motor
F Breng de auto tot stilstand.
F Draai bij stationair toerental de sleutel naar
stand 1.
F Verwijder de sleutel uit het contactslot.
F Draai om het stuurslot te vergrendelen aan
het stuurwiel tot het blokkeert.
Zet de voorwielen in de rechtuitstand
alvorens de motor af te zetten.Dit
vergemakkelijkt het ontgrendelen van het
stuurslot.
F Controleer of de parkeerrem
correct is aangetrokken, met
name als de auto op een helling
staat.
Zet nooit het contact af voordat de
auto volledig tot stilstand is gekomen.
Als de motor wordt afgezet, worden
ook de rembekrachtiging en de
stuurbekrachtiging uitgeschakeld: u zou
dan de controle over de auto kunnen
verliezen.

Advertenties

loading