Achterbank
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto is deze
uitgerust met een van de volgende drie typen achterbank:
-
Vaste achterbank.
-
Achterbank met een eendelige zitting die niet
opgeklapt kan worden en een rugleuning die in twee
delen neergeklapt kan worden (2/3-1/3) met vaste
hoofdsteunen.
-
Achterbank met een eendelige zitting die niet
opgeklapt kan worden en een rugleuning die in
twee delen neergeklapt kan worden (2/3-1/3) met
verstelbare hoofdsteunen.
Neem voor het verwijderen en
terugplaatsen van de vaste achterbank
contact op met het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Neerklappen van de
rugleuning van de achterbank
F Schuif indien nodig de desbetreffende
voorstoel naar voren.
F Houd de desbetreffende veiligheidsgordel
tegen de rugleuning en maak deze vast.
F Trek aan de riem 1 om de rugleuning 2 te
ontgrendelen.
F Klap de rugleuning 2 op de zitting.
Rechtop zetten van de rugleuning
F Zet de rugleuning 2 rechtop en vergrendel
deze.
F Maak de veiligheidsgordel los en plaats
deze naast de rugleuning.
Ergonomie en comfort
Let erop dat bij het terugplaatsen van
de rugleuning van de achterbank de
veiligheidsgordels niet klem komen te
zitten.
Controleer of de teruggeplaatste
rugleuning correct vergrendeld is.
Verstelbare hoofdsteunen
De hoofdsteunen hebben een gebruiksstand
(hoog) en een ingeklapte stand (laag).
De hoofdsteunen kunnen worden verwijderd en
onderling worden uitgewisseld.
Verwijderen van een hoofdsteun:
F Trek de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
F Druk op de pal A.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en correct zijn afgesteld.
3
39