1
2
3
4
Figuur 3
1 – Kabelfitting
2 – Bedieningshendel trolling
3 – Lage snelheid (trolling)
4 – Hoge snelheid
5 – Losmaken
6 – Draai vast.
7 – Normale werking
(hoge snelheid)
8 – Trolling (lage snelheid)
1. Werking gaat verder bij lage
motorsnelheid van 1000 min
minder.
2. Verlaag de snelheid door het bewegen
van de snelheidshendel van hoge
snelheid (H) (Figuur 3, (4)) naar lage
snelheid (L) (Figuur 3, (3)). Wijzig de
snelheid tot de gewenste waarde en zet
de hendel voor trolling op zijn plaats.
3. Voor het terugkeren naar de normale
werking, zorg ervoor dat de hendel voor
trolling in hoge snelheidspositie (H).
4. Verhoog motorsnelheid en ga verder
met normale werking.
Bedieningshandleiding JH-serie
6
7
8
5
K0004498
-1
of
MOTORBEDIENING
VOORZORGSMAATREGE-
LEN BIJ DRAAIENDE
MOTOR
LET OP
Er kunnen problemen met de motor
ontstaan wanneer deze lange tijd vol wordt
belast, en vol-gas wordt gevaren
(maximale snelheid van de motor), of
wanneer de continu output van de motor
wordt overschreden. Laat de motor
-1
ongeveer 100 min
van de motor draaien.
Opmerking: Voor de eerste 50 draaiuren
van de motor, zie ook Eerste
gebruik van de nieuwe motor
op pagina 12.
Wees altijd op uw hoede en let op
eventuele problemen tijdens het varen.
Let vooral op de volgende punten:
• Controleer of er voldoende zeewater uit
de uitlaat en het spuigat uit het schip
stroomt.
Als er te weinig zeewater wordt
afgevoerd, dient u de motor onmiddellijk
stop te zetten; spoor de oorzaak op en
herstel deze.
• Is de rook uit de uitlaat normaal van
kleur?
Als er voortdurend zwarte rook uit de
uitlaat komt, is de motor overbelast.
Dit verkort de levensduur van de motor
en dient te worden voorkomen.
onder de topsnelheid
69