LET OP
Neem de volgende
omgevingsomstandigheden in acht bij het
gebruik om de motorprestaties op peil te
houden en voortijdige slijtage van de motor
te voorkomen:
• Vermijd gebruik in extreem stoffige
omstandigheden.
• Vermijd gebruik bij de aanwezigheid van
chemische gassen of dampen.
• Laat de motor NOOIT lopen als de
omgevingstemperatuur hoger is dan
+40 °C (+104 °F) of lager dan -16 °C
(+5 °F).
• Als de omgevingstemperatuur hoger is
dan +40 °C (+104 °F), kan de motor
oververhit raken, waardoor de motorolie
wordt afgebroken.
• Als de omgevingstemperatuur lager is
dan -16 °C (+5 °F), worden rubberen
onderdelen zoals afdichtingen en
pakkingen hard, waardoor de motor
vroegtijdig verslijt en beschadigd raakt.
• Neem contact op met uw erkende
YANMAR Marine-motordealer of
-distributeur als de motor wordt gebruikt
buiten dit standaard temperatuurbereik.
Schakel de startmotor NOOIT in wanneer
de motor draait. De pook en/of de
starterkrans raken dan beschadigd.
Bedieningshandleiding JH-serie
MOTORBEDIENING
BEDIENING (B25, C35-TYPE
INSTRUMENTENPANEEL)
De Motor starten
1. Open de zeekraan (indien aanwezig).
2. Open de brandstofkraan.
3. Zet de afstandsbedieningshendel in
NEUTRAAL.
Opmerking: Veiligheidsuitrusting dient het
onmogelijk te maken om de
motor in enige andere positie
dan NEUTRAAL te starten.
Figuur 1
Figuur 1
4. Zet de batterijschakelaar aan voor
motor en motorbesturingssysteem.
Zet de accuschakelaar niet uit bij een
draaiende motor. Draai deze ook uit
wanneer de motor niet draait.
5. Als alle alarmlampen werken wanneer
u de stroomschakelaar op het
instrumentenpaneel inschakelt, werken
de waarschuwingsapparaten correct.
6. Drukken op de startschakelaar, zet de
motor aan. Laat de schakelaar los
nadat de motor start.
Startschakelaar
Voedingsschakelaar
042590-02NL00
65