6. Productintroductie
De MAGNA3 bestaat uit een complete serie circulatiepompen met
geïntegreerde regelaar waarmee de pompcapaciteit aan de actuele
systeemeisen kan worden aangepast. In veel systemen zorgt dit
voor een aanzienlijke verlaging van het stroomverbruik, minder ruis
van thermostatische radiatorkranen en vergelijkbare inrichtingen en
een verbeterde controle over het systeem.
U kunt de gewenste kop instellen op het bedieningspaneel.
6.1 Toepassingen
De pomp is bedoeld voor het rondpompen van vloeistoffen in de
volgende systemen:
•
verwarmingssystemen
•
huishoudelijke systemen voor warm tapwater
•
airconditioning- en koelsystemen.
U kunt de pomp ook gebruiken in de volgende systemen:
•
grondwarmtepompsystemen
•
zonnewarmtesystemen.
6.2 Te verpompen vloeistoffen
De pomp is geschikt voor dunne, schone, niet-agressieve en niet-
explosieve vloeistoffen, die geen vaste delen of vezels bevatten die
de pomp mechanisch of chemisch kunnen aantasten.
In verwarmings- en koelsystemen moet het water voldoen aan de
eisen van geaccepteerde normen, codes en vereisten van
bevoegde autoriteiten (AHJ).
Bij verwarmingssystemen dient het water te voldoen aan de eisen
van geaccepteerde normen met betrekking tot waterkwaliteit in
verwarmingssystemen, bijv. de Duitse norm VDI 2035.
De pompen zijn tevens geschikt voor huishoudelijke
warmwatersystemen.
Houd u aan de lokale wetgeving betreffende het materiaal
van het pomphuis.
Uitvoeringen van de MAGNA3 in rvs kunnen worden gebruikt voor
het verpompen van zwembadwater met een van de volgende
eigenschappen:
•
Chloride (Cl-) ≤ 150 mg/l en vrij chloor ≤ 1,5 mg/l bij
temperaturen ≤ 30 °C
•
Chloride (Cl-) ≤ 100 mg/l en vrij chloor ≤ 1,5 mg/l bij
temperaturen van 30 tot 40 °C.
Wij adviseren u dringend pompen van roestvast staal te gebruiken
in huishoudelijke warmwatertoepassingen om corrosie te vermijden.
In huishoudelijke warmwatersystemen adviseren we u de pomp
alleen te gebruiken voor water met een hardheid van minder dan
ongeveer 14° dH.
In huishoudelijke warmwatersystemen adviseren we om de
vloeistoftemperatuur lager dan 65 °C te houden om het risico op
kalkaanslag te voorkomen.
Verpomp geen bijtende vloeistoffen.
Verpomp geen explosieve, ontvlambare of brandbare
vloeistoffen.
20
6.2.1 Glycol
U kunt de pomp gebruiken voor het verpompen van mengsels van
water en glycol van maximaal 50%.
Voorbeeld van een mengsel van water en ethyleenglycol:
Maximale viscositeit: 50 cSt ~ mengsel van 50% water/50%
ethyleenglycol bij -10°C.
De pomp heeft een vermogensbegrenzer die tegen overbelasting
beschermt.
Het verpompen van mengsels van water en ethyleenglycol is van
invloed op de maximale curve en vermindert de capaciteit,
afhankelijk van het mengsel van water en ethyleenglycol en de
vloeistoftemperatuur.
Om te voorkomen dat het ethyleenglycolmengsel wordt afgebroken
moeten temperaturen worden vermeden die de nominale
vloeistoftemperatuur overschrijden en moet de bedrijfstijd bij hoge
temperaturen worden geminimaliseerd.
Reinig en spoel het systeem door voordat u het
ethyleenglycolmengsel toevoegt.
Voorkom corrosie of kalkaanslag door regelmatig het
ethyleenglycolmengsel te controleren en aan te passen. Als verdere
verdunning van de geleverde ethyleenglycol is vereist, volgt u de
instructies van de glycolleverancier.
Bij toevoegingen met een dichtheid en/of kinematische
viscositeit die hoger ligt dan die van water neemt de
hydraulische capaciteit af.
Max. 95 % RH
IPX4D
Verpompte vloeistoffen, schroefdraaduitvoering