13. Aanwijzingen voor correct functioneren van de orthese
Probleem
De systeemgewrichten ontgrende-
len niet.
De systeemgewrichten vergrende-
len niet correct.
De systeemgewrichten vergrende-
len niet correct in rustvergrende-
lingsfunctie.
24
Oorzaak
De vergrendelings- en ontgren-
delingsonderdelen worden niet
ontlast.
Er is geen sprake van een minimaal
extensiemoment.
De orthese is niet torsiebestendig
gebouwd (bilaterale constructie).
Slechts één systeemgewricht klikt
vast.
Een systeemgewricht bevindt zich/
beide systeemgewrichten bevinden
zich nog in de permanente ont-
grendelingsfunctie.
De rustvergrendelingspallen
klikken in verschillende flexiestan-
den vast.
Er zijn extensieaanslagen in ver-
schillende graden ingebouwd (bijv.
mediaal 10° en lateraal 20°).
De orthese is verkeerd opge-
bouwd (bijv. niet torsiebestendig,
ontbrekende parallelliteit van de
systeemgewrichten).
Maatregel
De patiënt mag de orthese niet
met zijn lichaam belasten (bijv.
door op een stoel te gaan zitten).
De patiënt mag de orthese niet
met zijn lichaam belasten (bijv.
door op een stoel te gaan zitten)
en moet zelf of door een helper
een extensiemoment tot stand
brengen (bijv. door de knie naar
achter te duwen).
De systeemgewrichten moet men
passief laten vastklikken. De pati-
ent zelf of een helper moet de knie
naar achter duwen.
De vergrendelingspal moet tegen
het bovenste deel van het gewricht
worden geduwd tot de fixeerpen
uit de opening op het bovenste
deel van het gewricht loslaat. De
knie moet in volledige extensie
worden gebracht tot het systeem-
gewricht vergrendelt.
Herhaal het ontgrendelen en
vergrendelen.
Let erop dat bij voorgemonteerde
rustvergrendelingsfunctie een
5° extensieaanslag en een 5°
rustaanslagschijf zijn ingebouwd.
Gebruik voor andere extensieaan-
slagen een 0° rustaanslagschijf.
Bouw alleen extensieaanslagen
met een overeenstemmend aantal
graden in.
Corrigeer de opbouw van de
orthese.