— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
f
Plaats de stof met de voorkant van de
knoopsgatmarkering op één lijn met de rode
markeringen op de zijkanten van de
knoopsgatenvoet en zet de persvoethendel
omlaag.
a Markering op stof
b Rode markeringen op knoopsgatenvoet
• Duw niet tegen de voorkant van de persvoet
wanneer u deze omlaag zet, anders wordt
het knoopsgat niet in het juiste formaat
genaaid.
a Maak de tussenruimte niet kleiner.
g
Trek de knoopsgathendel zo ver mogelijk
omlaag.
a Knoopsgathendel
De knoopsgathendel bevindt zich achter het
uitsteeksel op de knoopsgatvoet.
a Knoopsgathendel
b Uitsteeksel
1
2
A
2
h
Houd het uiteinde van de bovendraad losjes in
uw linkerhand en begin met naaien.
Opmerking
Wanneer u dikke naden naait en de stof niet
wordt ingevoerd, naai dan met een grovere
(langere) steek.
Wanneer het naaien voltooid is, naait
de machine automatisch
verstevigingssteken en stopt dan.
i
Zet de naald en de persvoethendel omhoog,
haal de stof weg en knip de draad af.
j
Zet de knoopsgathendel omhoog in de
oorspronkelijke stand.
3
53