UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
De illustraties in deze bedieningshandleiding kunnen afwijken van de machine.
De belangrijkste onderdelen
a Spoelwinder (pagina 14)
Hiermee windt u de onderdraad op de betreffende
spoel.
b Bovenspanningsknop (pagina 41)
Hiermee regelt u de spanning van de bovendraad.
c Draadgeleider voor spoelopwinden en
voorspanningsschijf (pagina 14)
Leid de draad onder deze draadgeleider en rond de
voorspanningsschijf wanneer u de spoeldraad opwindt.
d Draadophaalhendel (pagina 24)
e Draadafsnijder (pagina 40)
Leid de draden door de draadafsnijder om deze af te
snijden.
f Afneembare accessoiretafel (pagina 7 en 44)
g Bedieningstoetsen (pagina 9)
De bedieningstoetsen verschillen naar gelang het model
naaimachine.
h Bedieningspaneel (pagina 10)
Hiermee kiest u de steek en geeft u de diverse
instellingen op. Het ontwerp en de plek van het
bedieningspaneel verschillen naargelang het model
naaimachine.
i Klospen (pagina 10, 14 en 22)
Bestemd voor de draadklos.
j Handwiel
Hiermee zet u handmatig de naald omhoog en omlaag.
8
k Ventilatie-opening
Door deze opening is ventilatie rond de motor mogelijk.
Zorg dat de opening niet is afgedekt tijdens het gebruik
van de machine.
l Hoofdschakelaar (ook voor naailampje) (pagina 12)
Met deze schakelaar zet u de machine en het
naaikampje aan of uit.
m Netsnoeraansluiting (pagina 12)
Steek de stekker van het netsnoer in de
netsnoeraansluiting.
n Voetpedaal (pagina 13)
Met dit pedaal regelt u de naaisnelheid en start en stopt
u met naaien.
o Voetpedaalaansluiting (pagina 13)
Steek de voetpedaalstekker in de aansluiting.
p Transporteurstandhendel (pagina 55 en 65)
Met de transporteurstandhendel zet u de transporteur
omlaag.
q Persvoethendel (pagina 22)
Hiermee zet u de persvoet omhoog en omlaag.
r Draadgeleider (pagina 15 en 24)
Hiermee windt u de onderdraad op de spoel en
vervolgens rijgt u de machine in.
s Draadgeleiderdeksel (pagina 16 en 22)
Leid de draad onder deze draadgeleider wanneer u de
onderdraad opwindt en de machine inrijgt.
t Handvat
Draag de naaimachine aan het handvat wanneer u deze
vervoert.