UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
d
Zet de naaldinrijghendel geheel omlaag.
Het eind van de naaldinrijger roteert
naar u toe en de haak gaat door het oog
van de naald.
Leid de draad in de haak zoals hieronder
e
aangegeven.
a Haak
b Draad
f
Houd de draad losjes vast terwijl u de
naaldinrijghendel loslaat. De haak trekt de
draad door de naald.
26
g
Trek de lus draad die u door het oog van de
naald hebt getrokken, naar de achterkant van
de machine.
a Lus draad
VOORZICHTIG
Trek niet te hard aan de draad, want dan kan
de naald verbuigen.
Als de draad niet door het oog van de naald
gaat, begin dan opnieuw vanaf stap
h
Zet de persvoethendel omhoog.
a Persvoethendel
i
Leid het uiteinde van de draad door de
persvoet en trek dan ongeveer 5 cm (2 inch)
draad naar de achterkant van de machine.
a 5 cm (2 inch)
Opmerking
Als u de draad niet goed invoert, kan dit
leiden tot problemen bij het naaien.
c
.