ONDERHOUD EN AFSTELLING VAN DE KNOPER
KNOOPFORMATIE
Wanneer de baal gevormd wordt, wordt touw 1 door de
touwhouder en veer in de touwschijf van de knoper
gehouden. Touw 1 loopt voor en onder de bekhaak door,
en om de te vormen baal heen.
Wanneer de knoper door het doseerwiel getript wordt,
brengt de omhoogkomende naald touw 2 naar dezelfde
inkeping in de touwschijf. De touwvinger beweegt het touw
2 naar achteren, waar het door de bekhaak kan worden
gegrepen. De touwschijf draait om touw 1 en touw 2 vast
te houden. Wanneer de naald terugkeert, plaatst hij touw
3 in een nieuwe inkeping in de touwschijf. Touw 3 wordt
touw 1 voor de volgende baal.
Nadat de touwschijf gedraaid is, draait de bekhaak en
opent hij de bek om beide touwen te grijpen. Wanneer de
bekhaak verder draait, sluit de bek zich en houdt hij de
touweinden vast. De mesarm snijdt de touwen door en
beweegt over de bekhaak om de lus over de uiteinden te
trekken om de knoop te leggen en uit de bekhaak te duwen.
De knoop (1) wordt door een goed afgestelde knoper
gemaakt.
WAARSCHUWING
Schakel de aftakas uit, zet de trekkermotor af en
verwijder de contactsleutel. Wacht totdat alle delen tot
stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel
verlaat. Verstel, smeer, reinig en ontstop de machine
nooit terwijl de motor draait. Niet in acht nemen van
deze waarschuwing kan resulteren in ernstig of
dodelijk letsel.
Veiligheidsvergrendeling van de knoper
Zet de veiligheidsvergrendeling (1) van de knoper vast om
te voorkomen dat de knoper tript. Gebruik de vergrendeling
wanneer u een nieuwe breekbout voor de knoper/twister
installeert.
HOOFDSTUK 4 -- ONDERHOUD
10004481
56066457
4-28
1
57
1
58