Inhoudsopgave
Advertenties
BAALLENGTE
De lengte van de balen wordt geregeld met het doseerwiel
(1) op de balenkamer, op de achterkant van de
knoper/twisterconstructie.
Wanneer een baal het doseerwiel verdraait, komt de
triparm (2) omhoog. Als de triparm ver genoeg omhoog is
gekomen, komt de stoppal (3) vrij. De koppeling wordt
ingeschakeld en cycleert de knoper/twister op de
plunjerslag die de baal heeft verplaatst om de stoppal los
te halen of op de volgende slag, afhankelijk van de positie
van de plunjer toen de stoppal vrijkwam. Zo kan de lengte
van de baal variëren met de dikte van de laatste plak.
Een invoersnelheid die plakken van 2 -- 3 in. produceert,
resulteert in een meer gelijkmatige baallengte dan een
invoersnelheid die plakken van 6 -- 7 in. produceert. Hoe
gelijkmatiger de invoersnelheid, des te gelijkmatiger de
plakdikte.
Als er dikke (4 in. of meer) of onregelmatige plakken zijn,
past u de rijsnelheid aan de grootte van het zwad aan om
kleinere, meer gelijkmatige plakken te verkrijgen, terwijl
het toerental van de aftakas 540 tpm blijft. Als u het
aftakastoerental verlaagt, worden de plakken groter.
Naarmate de plakken groter worden, neemt de kans op
verschillen in baallengte toe.
De triparm (1) rust boven op een grote ring (2) bovenop een
draadstang (3). U varieert de lengte van de baal door de
hoogte van de draadstang en ring (2) te veranderen. Draai
de contramoer (4) los en verdraai de draadstang om de
hoogte aan te passen. Door de stang omhoog te brengen,
maakt u de balen korter. Door de stang omlaag te brengen,
maakt u de balen langer. Een stanginstelling, A, als de
bovenkant van de ring 158 mm (6 1/4 in.) boven de
balenkamer ligt, zijn de balen ongeveer 914 mm (36 in.)
lang. Op het werkterrein kan verdere afstelling gewenst
zijn. Vergeet niet om de afstelling van de ketting van de
balenteller (5) te controleren nadat u de baallengte
veranderd hebt.
N.B.: Als optie is een baallengteregelaar van knop-type
verkrijgbaar. Zie hoofdstuk 6 -- Optionele uitrusting.
Linker invoerwig - - reserveonderdelen
De linker invoerwig (1) helpt bij het beheersen van het
materiaal dat naar de balenkamer wordt toegevoerd door
het draaiende invoersysteem: Hij zorgt voor meer
gelijkmatige plakken in de baal en vermindert de
verschillen in baallengte. Hij is het meest effectief bij het
vormen van balen van grasachtige gewassen of mengsels
met een hoog percentage gras in middelgrote of grote
zwaden.
HOOFDSTUK 2 -- GEBRUIK
3
36081935
36081936
10010649
2-11
2
A
4
3
1
1
2
21
1
22
23
Advertenties
Inhoudsopgave
