PROBLEEM
Knoop op touw in naald (touw 2) maar
niet op touw in knoper (touw 1).
Touw ontsnapt uit oog van naald.
Touw breekt aan onderkant knoop.
Touw breekt ongeveer 51 mm (2 in.) van
knoop.
Touw breekt meer dan 51 mm (2 in.)
van knoop.
HOOFDSTUK 5 -- PROBLEEMOPLOSSING
MOGELIJKE OORZAAK
Spanning op touwhouderveer onvol-
doende.
Touwhouderveer zwak of gebarsten.
Balen te strak.
Nagels touwhouder los.
Scherpe rand op touwhouder of touw-
schijf.
Baan van mesarm te lang.
Ruwe rand of verf op mesarmstaart of
staart verbogen.
Te hoge spanning bij touwkast.
Slecht/zwak touw.
Onvoldoende spanning op touw bij
touwkast.
Touw van slechte kwaliteit. Touw heeft
dikke en dunne stukken. Verkeerde
knoopsterkte.
Balen te zwaar.
Te veel spanning op touwhouder.
Knopen blijven aan bekhaak hangen.
Scherpe randen op keel van mesarm.
Groef in mesarm.
Scherpe rand, uitsteeksel of los bevesti-
gingsmateriaal raakt touw.
5-11
CORRECTIE
Draai bout van spanveer touwhouder in
stappen van een kwartslag aan. Instal-
leer bij gebruik van touw met grote
knoopsterkte voor zware balen een
tweede touwhouderveer op elke knoper.
Vervang veer.
Verlaag druk op spanrails en/of verwijder
hooiwiggen.
Vervang touwhouder.
Maak rand glad of vervang onderdeel.
Stel mesarmbaan bij zodat hij bekhaak
op 10 -- 13 mm (3/8 -- 1/2 in.) passeert.
Maak rand glad, verwijder verf of buig
staart bij.
Verlaag veerdruk touwspanvoorziening.
Gebruik beter of sterker touw.
Controleer spanplaten op slijtage. Ver-
vang indien nodig. Verhoog veerdruk op
touwspanvoorziening bij touwkast.
Gebruik touw van goede kwaliteit.
Gebruik juiste knoopsterkte voor baalge-
wicht.
Verlaag druk op spanrails of verwijder
hooiwiggen.
Verlaag druk op touwhouderveer.
Zie boven voor correcties.
Vijl of schuur scherpe randen glad.
Herhaal.
Verwijder scherpe rand of uitsteeksel,
draai bevestigingsmateriaal aan.