32
ONDERHOUD
OLIEFILTER (SCHROEFBAAR) SMEREN
Verwijderen
Maak de omgeving rond de oliefiltersmeerkop schoon.
Gebruik de oliefiltersleutel, of een slag van 1/2 inch (onderkant van het
oliefilter) om het filter te verwijderen.
Maak het afdichtoppervlak van de filterkop schoon.
Installatie
7/73 - 10/53
LET OP: Een gebrek aan smering in de tussenperiode tot het filter
met olie wordt volgepompt bij het opstarten, kan de motor
beschadigen.
Zorg ervoor dat de O-ring en twee pakkingsafdichtingen op het filter
zijn aangebracht en dat deze schoon en vrij van vuil zijn. Gebruik
schone smeerolie om enkel de O-ring afdichting (1) en primaire
pakkingsafdichting (2) licht te smeren.
Zorg ervoor dat de secundaire pakking (3) schoon en droog blijft. Niet
smeren.
Vul het filter met schone smeerolie. Pas de volgende procedure toe om
de geschikte olieklasse en specificaties te kiezen.
LET OP: Te hard mechanisch aandraaien van het filter kan de
schroefdraden vervormen of de afdichting van het filterelement
beschadigen.
Installeer het filter op de filterkop. Draai het filter handvast tot de
secundaire pakking het oppervlak van de filterkop aanraakt.
Pas 1/2 slag toe aan de onderkant van het filter en draai vast volgens
volgende specificaties:
Aandraaimoment: 40 Nm (30 ft lb).
LET OP: Als de motor binnen 15 seconden na het starten van de
motor geen oliedruk levert, dient de motor te worden uitgeschakeld
om de kans op beschadiging van onderdelen te verminderen.
•
Laat de motor draaien en controleer op lekken.
•
Schakel de motor uit en controleer het oliepeil.