WAARSCHUWING: voor het bijvullen of aftappen van antivries,
moeten de door de leverancier van de antivries opgegeven
aanwijzingen worden opgevolgd. Ter voorkoming van huid- en
oogcontact met de antivries wordt aanbevolen persoonlijke
veiligheidsuitrusting te dragen.
LUCHTFILTERELEMENTEN
Het luchtfilter moet regelmatig worden geïnspecteerd (raadpleeg de
SERVICE- / ONDERHOUDSKAART) en het element moet elke jaar
(1000 uur) worden vervangen. De stofverzamelbak(ken) moeten
dagelijks
gereinigd
worden
bedrijfsomstandigheden) en mogen nooit meer dan half vol zijn.
Verwijderen
LET OP: Verwijder nooit elementen wanneer de machine draait.
Reinig de buitenkant van de filterbehuizing en verwijder het
filterelement door de moer los te draaien.
Inspectie
Controleer het element op scheurtjes, gaatjes of elke andere vorm van
beschadiging door het element tegen het licht te houden of door een
lamp langs de binnenkant te halen.
Controleer de afdichtingsring achterop het element en vervang deze
als er sprake is van beschadiging.
Opnieuw monteren
Plaats het nieuwe element in de filterbehuizing. Zorg er hierbij voor dat
de afdichtingsring op de juiste wijze is bevestigd.
Reset de vervuilingsindicator door het rubbermembraan in te drukken.
Monteer de onderdelen van het stofreservoir. Zorg ervoor dat deze
onderdelen op de juiste wijze worden geplaatst.
Zorg ervoor dat alle klemmen goed vastzitten voordat u de machine
start.
VENTILATIE
Controleer altijd of de luchtuitlaten en –inlaten vrij zijn van vuil.
LET OP: u mag de uit– en inlaten NOOIT reinigen door lucht naar
binnen te blazen.
AANDRIJVING VAN DE KOELVENTILATOR
Controleer
periodiek of
de
ventilatornaaf niet loszitten. Als het om wat voor reden dan ook nodig
mocht blijken om de ventilator te verwijderen of de ventilatorbouten
aan te draaien, breng dan een goede kwaliteit borgmiddel aan op de
boutdraden en draai deze aan tot de aanhaalwaarde zoals
aangegeven in de TABEL MET AANHAALMOMENTEN verderop in dit
hoofdstuk.
Controleer de V–snaren regelmatig op slijtage en of ze nog de juiste
spanning hebben.
BRANDSTOFSYSTEEM
De brandstoftank moet dagelijks of iedere acht uur bijgevuld worden.
Om condensatie in de brandstoftank tot een minimum te beperken is
het aan te bevelen de machine aan het einde van elke werkdag na
uitschakeling bij te vullen. Iedere zes maanden moet het vocht en vuil
afgetapt worden.
(of
vaker
in
stoffige
ventilator montagebouten
ONDERHOUD BRANDSTOFFILTER
1. Primaire brandstoffilter / waterafscheider (30 microns).
2. Secundaire brandstoffilter (10 microns).
Algemene informatie
De motor gebruikt een dubbelfiltersysteem.
1. Het brandstoffilter aan de drukzijde wordt alleen gebruikt voor
filtering en wordt door de tandwielpomp op de brandstofpomp onder
druk gebracht.
2. Het brandstoffilter aan de aanzuigzijde is een brandstof-/
waterafscheider en bevindt zich tussen de tandwielpomp, op de
brandstofpomp
brandstoftoevoertank van de oorspronkelijke producent (OEM). Dit
filter is niet onder druk gebracht maar werkt onder een vacuüm.
Aanzuiging brandstofsysteem
in
de
Wanneer onderdelen van het brandstofsysteem aan de toevoer en/of
hogedrukzijde worden onderhouden of vervangen, komt een
hoeveelheid lucht in het brandstofsysteem terecht. De aanzuiging van
het brandstofsysteem wordt met een handopvoerpomp uitgevoerd.
Raadpleeg de Eerste stap van deze procedure voor het uitvoeren van
aanzuigprocedures.
•
Ontkoppel de accu's. Zie onderhoudsinformatie van de fabrikant
van de apparatuur.
•
Maak de omgeving rond het brandstoffilter schoon.
•
Ontkoppel, indien nodig, de bedradingsboom van de water-in-
brandstof sensor.
ONDERHOUD
van
de
motor
gemonteerd,
27
en
de
7/73 - 10/53