Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Doosan 7/73 Bedienings- En Onderhoudshandleiding pagina 25

Inhoudsopgave

Advertenties

DE MACHINE STARTEN
WAARSCHUWING: Vluchtige vloeistoffen zoals ether mogen in
geen geval worden aangewend om deze machine te starten.
De bedrijfsklep volledig openen zonder dat er een slang is
aangesloten.
Alle normale startfuncties zijn opgenomen in de machine met
sleutelschakelaar.
Draai de sleutelschakelaar naar positie 2 en houd hem daar max.
15 seconden om de luchtinlaatverwarming op bedrijfstemperatuur
te laten komen.
Draai de sleutelschakelaar naar positie 3 (startpositie motor).
Opnieuw in positie 2 zetten als de motor start.
Zet in positie 1 als het laadlampje van de dynamo uit is.
WAARSCHUWING: De totale zwengeltijd mag niet meer dan 30
seconden bedragen binnen een interval van 2 minuten. Als deze
limiet overschreden wordt, zal de ECU het zwengelen blokkeren
om de startmotor te beschermen. Zodra het zwengelen
geblokkeerd is, dient het besturingssysteem van de machine
voor ten minste 2 minuten naar de diagnostische modus te
worden overgeschakeld. Na deze interval is zwengelen weer
mogelijk.
Bij temperaturen onder 0 °C of als de machine moeilijk start voor de
eerste keer:
Voltooi bovenstaande startvolgorde.
Sluit de bedrijfsklep zodra de motor vlot begint te werken.
Laat de machine niet te lang met geopende bedrijfsklep werken.
Laat
de
motor
dusdanig
bedrijfstemperatuur is. Druk daarna op knop (A) indien voorzien.
Het is in deze bedieningsfase van de machine veilig om de motor
volledig te belasten.
OPMERKING: Draag altijd gehoorbescherming als de motor is
gestart terwijl de bedrijfsklep open is en er lucht uit de klep ontsnapt.
TWEE DRUKMODI VOOR BEDRIJF
1. De
lagedrukmodus
'Hoge-/lagedruktoets' op Laag te zetten. In deze modus zal de
compressor de stroom regelen naargelang het luchtverbruik,
3
tussen 0 en 7,0 m
/min. bij 6,9 bar geregelde, ingestelde druk. De
geregelde, ingestelde druk van deze modus kan worden aangepast
(zie Aanpassingsinstructies drukregeling) van 5,5 tot 6,9 bar.
2. De
hogedrukmodus
'Hoge-/lagedruktoets' op Hoog te zetten. In hogedrukmodus zal de
compressor de stroom regelen naargelang het luchtverbruik,
3
tussen 0 en 5,3 m
/min. bij 10,3 bar geregelde, ingestelde druk. De
geregelde, ingestelde druk van deze modus kan worden aangepast
(zie Aanpassingsinstructies drukregeling) van 5,5 tot 10,3 bar.
Er kan op elk gewenst moment geschakeld worden tussen de
lagedruk- en hogedrukmodus. In de hogedrukmodus zal het
motortoerental lager liggen.
De modusselectie heeft geen invloed op het starten en stoppen, tijdens
normaal bedrijf kan de keuzeschakelaar veilig worden bediend. Er
dienen voorzorgsmaatregelen te worden genomen om te garanderen
dat de nageschakelde apparatuur berekend is op de toegepaste druk.
Op de drukmeter wordt de geselecteerde instelling weergegeven.
lang
draaien
dat
deze
wordt
geactiveerd
door
wordt
geactiveerd
door
BEDIENINGSINSTRUCTIES
DE MACHINE STOPPEN
Sluit de bedrijfsklep.
Laat de machine gedurende korte tijd onbelast werken om de
motortemperatuur te laten dalen.
Draai de startschakelaar naar de 0 (uit) positie.
Schakel de batterijschakelaar (indien aanwezig) niet eerder uit dan
70 seconden na het stoppen van de motor.
OPMERKING: Zodra de motor stopt, zal de automatische
afblaasklep alle druk van het systeem laten.
Als de automatische afblaasklep niet werkt, moet de druk in het
systeem worden ontlast met behulp van de bedrijfsklep(pen).
LET OP: Laat de machine nooit stilstaan met druk in het systeem.
E-STOP
Als de machine in geval van nood moet worden gestopt, DE
SLEUTELSCHAKELAAR OP HET INSTRUMENTENPANEEL NAAR
DE 0 (UIT) POSITIE DRAAIEN.
OPNIEUW STARTEN NA EEN NOODSTOP
Als de machine werd uitgeschakeld wegens een machinestoring,
spoor deze storing dan op en los ze op alvorens de machine opnieuw
te starten.
Als de machine omwille van veiligheidsredenen werd uitgeschakeld,
ervoor zorgen dat de machine veilig in gebruik kan worden genomen
voordat u hem opnieuw start.
Raadpleeg
de
op
INBEDRIJFSTELLING en MACHINE STARTEN
machine opnieuw start.
CONTROLE TIJDENS IN BEDRIJF
Als een van de voorwaarden voor veiligheidsuitschakeling is vervuld,
zal de machine uitschakelen. Dit zijn:
Lage motoroliedruk.
Hoge schroefblok-afvoertemperatuur.
de
Hoge motorkoelvloeistoftemperatuur.
Storing aandrijfriem dynamo (alleen waarschuwingsmelding).
Laag motorbrandstofpeil
LET OP: Om ervoor te zorgen dat de olie voldoende doorstroomt
de
naar de compressor, mag de afvoerdruk nooit onder 3,5 bar zakken.
BUITENGEBUIKSTELLING
Wanneer de machine permanent buiten gebruik moet worden gesteld
of gedemonteerd, is het belangrijk dat u ervoor zorgt dat alle
gevarenrisico's ofwel zijn geëlimineerd of dat de ontvanger van de
machine hiervan op de hoogte is gesteld. Let vooral op het volgende:-
Vernietig geen accu's of onderdelen met asbest zonder de
materialen veilig in te sluiten.
Gooi geen drukvat weg dat niet duidelijk is gemarkeerd met zijn
relevante gegevensplaatinformatie of onbruikbaar is geworden
door boren, snijden, enz.
Voer
geen
smeermiddelen
landoppervlakken of afvoeren.
Voer
geen
volledige
gebruiksdocumentatie.
instructies
in
het
hoofdstuk
of
koelvloeistoffen
machine
af
zonder
21
VOOR
alvorens u de
af
in
bijvoeging
van
7/73 - 10/53

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

10/53

Inhoudsopgave