Inhoudsopgave
Advertenties
21 Warmtestroommeting
21.6 Stoom in de inloop
21.6
Stoom in de inloop
Als de inloopdruk constant is of met een extra ingang gemeten kan worden, kan de
warmtestroom in een medium bepaald worden, dat in de inloop gasvormig is.
De aggregatietoestand van het medium wordt bepaald met behulp van de inloopdruk en
de inlooptemperatuur.
Opmerking!
Het meten van de volumestroom en van de warmtestroom is alleen mogelijk als het
medium in de uitloop vloeibaar is.
De stoomcoëfficiënten van water en ammoniak zijn opgeslagen in de interne database
van de transmitter. De stoomcoëfficiënten van andere media moeten ingevoerd worden
met het programma FluxSubstanceLoader.
21.6.1
Activeren/deactiveren
Spec. functie\SYSTEEM inst.\Dialogen/menu's\Stoom in inlaat
• Kies het menupunt Spec. functie\SYSTEEM inst.\Dialogen/menu's.
• Druk op ENTER.
• Kies aan om Stoom in inlaat te activeren. De aggregatietoestand van het medium
wordt bepaald met behulp van de inloopdruk en de inlooptemperatuur van het medium.
• Kies uit om Stoom in inlaat te deactiveren. Het medium in de inloop wordt altijd
verondersteld vloeibaar te zijn.
• Druk op ENTER.
Spec. functie\...\Stoom in inlaat\Inlaatdruk
• Als Stoom in inlaat geactiveerd is, moet u in de programmavertakking Parameter
de inloopdruk intoetsen.
• Toets de inloopdruk in.
• Druk op ENTER.
Opmerking!
Het menupunt Stoom in inlaat verschijnt altijd in beeld ongeacht de gekozen
meetgrootheid. De inloopdruk wordt echter alleen gebruikt voor de warmtestroom-
meting.
228
2020-05-29, UMFLUXUS_F60xV5-3NL
FLUXUS F60x
Advertenties
Inhoudsopgave
