Inhoudsopgave
Advertenties
17 Uitgebreide functies
17.13 Activeren van een binaire uitgang als alarmuitgang
Tab. 17.3: Alarmeigenschappen
alarmeigenschap
func
(schakelvoorwaarde)
typ
(resetgedrag)
mode
(schakelfunctie)
Opmerking!
Als er niet gemeten wordt, zijn alle alarmen stroomloos, ongeacht de geprogram-
meerde schakelfunctie.
178
instelling
beschrijving
MAX
Het alarm schakelt als de meetwaarde de bovenste
grenswaarde overschrijdt.
MIN
Het alarm schakelt als de meetwaarde de onderste
grenswaarde onderschrijdt.
+→- -→+
Het alarm schakelt als de stroomrichting verandert
(verandering van voorteken van de meetwaarde).
GRTHD.
Het alarm schakelt als de hoeveelheidstelling geac-
tiveerd is en de totalizer de grenswaarde bereikt.
FOUT
Het alarm schakelt als een meting niet mogelijk is.
UIT
Het alarm is uitgeschakeld.
NIET-HOUDEN
Als niet meer aan de schakelvoorwaarde wordt vol-
daan, schakelt het alarm na ca. 1 s terug naar de
rusttoestand.
HOUDEN
Het alarm blijft geactiveerd, ook als niet meer aan
de schakelvoorwaarde wordt voldaan.
SLUITER
Het alarm is stroomgeleidend als aan de schakel-
voorwaarde wordt voldaan en is stroomloos in rust-
toestand.
OPENER
Het alarm is stroomloos als aan de schakelvoor-
waarde wordt voldaan en stroomgeleidend in
rusttoestand.
2020-05-29, UMFLUXUS_F60xV5-3NL
FLUXUS F60x
Advertenties
Inhoudsopgave
