Inhoudsopgave
Advertenties
15 Datalogger
15.1 De datalogger activeren/deactiveren
15
Datalogger
De transmitter heeft een datalogger waarin de volgende gegevens tijdens het meten kun-
nen worden bewaard.
• datum
• tijd
• meetpuntnummer
• buisparameter
• mediumparameters
• sensorgegevens
• meetpad (reflectie-of doorstralingsopstelling)
• sensorafstand
• dempingsgetal
• log interval
• meetgrootheid
• maateenheid
• waarden van de totalizers
• diagnosewaarden
Om de gegevens op te slaan, moet het meetwaardegeheugen geactiveerd worden.
Het beschikbare meetwaardegeheugen kan in beeld gebracht worden.
Het opslaan van elke meetwaarde wordt akoestisch aangegeven. Dit signaal kan gede-
activeerd worden.
15.1
De datalogger activeren/deactiveren
Uitgangsopties\Voor kanaal A
• Kies in de programmavertakking Uitgangsopties het kanaal waarvoor de uitgang
geactiveerd moet worden.
• Druk op ENTER.
Uitgangsopties\...\Opsl. meetgegev.
• Druk op ENTER totdat Opsl. meetgegev. in beeld verschijnt. Kies ja om de data-
logger te activeren, nee om hem te deactiveren.
• Druk op ENTER.
146
2020-05-29, UMFLUXUS_F60xV5-3NL
FLUXUS F60x
Advertenties
Inhoudsopgave
