Inhoudsopgave
Advertenties
FLUXUS F60x
Bij de warmtestroommeting kunt u kiezen tussen 2 meetmodi:
• De normale meetmode kan worden gebruikt als de sensoren bij een verwarmingsappli-
catie op de uitloop worden bevestigd.
• De BTU-mode vereenvoudigt het meten bij andere configuraties (bijv. als de sensoren
aan de inloop zijn bevestigd of bij een koelapplicatie) en biedt extra maateenheden
voor de warmtestroom.
Voor elke temperatuuringang kan een temperatuurcorrectie (offset) worden vastgelegd.
Als de inloop- of de uitlooptemperatuur bekend is en tijdens de volledige duur van de me-
ting constant is, dan kan de temperatuur worden ingevoerd als constante waarde. De be-
treffende temperatuurvoeler hoeft dan niet te worden aangesloten.
Als de inloopdruk constant is of met een extra ingang gemeten kan worden, kan de
warmtestroom in een medium bepaald worden, dat in de inloop gasvormig is, zie para-
graaf 21.6.
In de SuperUser-mode kan een temperatuurafhankelijke cut-off-flow van de warmte-
stroom worden vastgelegd, zie paragraaf 18.8.
De warmtehoeveelheid is de totalizer van de warmtestroom.
21.1
De warmtestroom berekenen
De warmtestroom wordt intern berekend met de volgende formule:
·
Φ = k
·
V
· (T
- T
i
V
R
met
Φ
– warmtestroom
– warmtecoëfficiënt
k
i
·
V
– volumestroom
T
– inlooptemperatuur
V
T
– uitlooptemperatuur
R
De warmtecoëfficiënt k
fieke enthalpie en de dichtheid van de medium. De warmtestroomcoëfficiënten van som-
mige van media worden bewaard in de interne database van de transmitter.
UMFLUXUS_F60xV5-3NL, 2020-05-29
)
ontstaat uit meerdere warmtestroomcoëfficiënten voor de speci-
i
21 Warmtestroommeting
21.1 De warmtestroom berekenen
219
Advertenties
Inhoudsopgave
