21 Warmtestroommeting
21.4 Meting
21.3.5
Automatisch omschakelen van de weergave in de onderste regel
Het automatisch omschakelen van de weergave in de onderste regel kan geactiveerd
worden in de BTU-mode.
Activering
• Druk tijdens het meten 3 maal op de toets
De volgende meetgrootheden worden met tussenpozen van 3 s in beeld gebracht:
– in de programmavertakking Uitgangsopties gekozen meetgrootheid
– mediumtemperatuur op de inloop
– mediumtemperatuur op de uitloop
– verschil van de mediumtemperaturen aan de inloop en de uitloop
Deactivering
• Druk tijdens het meten 3 maal op de toets
21.4
Meting
• Starten de meting op de normale manier.
Als er voor het gekozen medium geen warmtestroomcoëfficiënten beschikbaar zijn, ver-
schijnt er een foutmelding.
Warmtestroom
*ONGELD. MEDIUM**
De twee temperatuuringangen worden gecontroleerd en de gemeten temperaturen ver-
schijnen in beeld.
• Druk op ENTER.
T1= 90.2
T2= 70.4
Als een temperatuur niet gemeten kan worden (de temperatuursensor is niet aangeslo-
ten of defect), verschijnt de foutmelding ?UNDEF.
T1=?UNDEF
T2= 70.4
Als u tijdens het configureren van de temperatuuringang Vaste ingangswrd gekozen
heeft, moet u nu de inlooptemperatuur (Ts) en de uitlooptemperatuur (Tr) intoetsen.
Voor simulaties kan de in- en uitlooptemperatuur als constante worden ingetoetst. Sluit in
dit geval de temperatuursensoren niet aan op de transmitter.
226
C
C
C
C
.
.
2020-05-29, UMFLUXUS_F60xV5-3NL
FLUXUS F60x