Instellingen
WLAN-wacht-
woord
50
De volgende bedieningsmogelijkheden zijn beschikbaar:
SmartConnect activeren
SmartConnect is een multifunctionele externe uitbreiding van de
terminal en stelt onder andere de internetverbinding beschikbaar:
Sluit SmartConnect op de terminal aan.
De terminal maakt automatisch verbinding met Smart-
Connect.
De verbinding op internet wordt opgebouwd.
De pictogrammen in de statusbalk geven informatie over de
status en kwaliteit van de verbinding.
Met een WLAN verbinden
U maakt gebruik van de WLAN-adapter W10 om de terminal met
internet te verbinden:
1. Sluit de WLAN-adapter W10 aan op de stekkeraansluiting 3 of
4.
2. Druk op de knop „WLAN".
Het keuzemenu „WLAN-netwerk" wordt weergegeven.
3. Selecteer een WLAN.
Het venster voor wachtwoordinvoer wordt weergegeven.
4. Voer het WLAN-wachtwoord in en bevestig de invoer.
De terminal maakt verbinding met het WLAN.
De pictogrammen in de statusbalk geven informatie over de
status en kwaliteit van de verbinding.
Corrigeer een foutief ingevoerd WLAN-wachtwoord als volgt:
1. Druk in het keuzemenu op „WLAN-netwerken" twee seconden
op de knop met de naam van het WLAN.
Er wordt een contextmenu weergegeven.
2. Selecteer „Bewerken".
Het venster voor wachtwoordinvoer wordt weergegeven.
3. Corrigeer het wachtwoord.
4. Bevestig uw invoer.