Ingebruikname
2.2
Terminal monteren
De bevestiging van het apparaat hoort bij de leveringsomvang en is in
de fabriek op de terminal voorgemonteerd. Breng de terminal met de
bevestiging van het apparaat aan een buis met een doorsnede van
20mm aan.
Monteer de terminal dwars of rechtop.
Opmerking
Monteer de terminal zodanig dat deze
goed leesbaar en bedienbaar is,
niet de toegang tot de bedieningselementen van de tractor of de
zelfrijdende machine verhindert en
niet het zicht naar buiten hindert.
Als alternatief kan een andere bevestiging van het apparaat worden ge-
bruikt, bijv.
de in de tractor of de zelfrijdende machine aanwezige VESA 75-be-
vestiging of
de VESA 75 adapter 2461U van RAM.
Let op!
Draai de schroeven van de bevestiging van het apparaat niet te vast en gebruik
geen lange bouten.
Beide leiden tot beschadiging van de terminalbehuizing en tot defecten van de
terminal.
Let beslist op het volgende:
Gebruik vier inbusbouten van het type M5 x 0.8.
Het maximale aanhaalmoment voor de bouten bedraagt 1,5 tot 2,0 Nm.
De lengte van de binnendraad in de terminalbehuizing bedraagt 8mm. Ge-
bruik bouten met de betreffende schroefdraadlengte.
Borg de bouten met veerring, riemschijf of gewelfde ring tegen losdraaien.
6