4 Instellingen
Wijzig de volgende instellingen direct in het bedieningspaneel „Instellin-
gen":
Druk op de knop „Instellingen".
Het bedieningspaneel „Instellingen" wordt weergegeven.
Displayhelderheid wijzigen
Schuif de regelaar naar links om de displayhelderheid te verla-
gen.
Schuif de regelaar naar rechts om de displayhelderheid te ver-
hogen.
Automatische displayhelderheid
De lichtsensor registreer het omgevingslicht en past de displayhel-
derheid aan het omgevingslicht aan.
1. Zet de „Automatische displayhelderheid" „aan".
Bij sterk omgevingslicht, bijvoorbeeld directe zoninstraling,
wordt de displayhelderheid verhoogd.
Bij zwak omgevingslicht, bijvoorbeeld bij nachtbedrijf, wordt
de displayhelderheid verlaagd.
2. Regel met de schuifregelaar het gedrag van de lichtsensor.
Schuif de regelaar naar rechts om de maximale displayhel-
derheid te bereiken.
Schuif de regelaar naar links om de minimale displayhelder-
heid te bereiken.
Instellingen
27