Instellingen
Het gedrag van de terminal op de ISOBUS stelt u als volgt in:
Als de ISOBUS-functie „Universal Terminal" geactiveerd is, dan kunnen
steeds 5 machines met CCI.UT1 en CCI.UT2 worden verbonden
steeds een ISOBUS-machine met CCI.UT1 en CCI.UT2 bediend wor-
den.
Dit is ook mogelijk als u tegelijkertijd een tweede ISOBUS-terminal ge-
bruikt.
34
Druk op het bedieningspaneel „Apps" op de knop „ISOBUS-in-
stellingen".
Het bedieningspaneel „ISOBUS-instellingen" wordt weerge-
geven:
De ISOBUS-functie „Universal Terminal" is in de fabriek geac-
tiveerd.
De terminal meldt zich als „Universal terminal" bij de ISOBUS
aan.
1. Ga naar het bedieningspaneel „App-instellingen".
2. Druk op de knop „App-beheer".
Het bedieningspaneel „App-beheer" wordt weergegeven.
3. Schakel CCI.UT1 „in".
CCI.UT1 wordt in Standard-View weergegeven.