GPS-bron
1. Druk op het schakelveld „GPS-bron".
Het keuzemenu „GPS-bron" wordt weergegeven.
2. Selecteer de GPS-bron.
3. Als u „RS232 - serieel" geselecteerd heeft, dan stelt u nu de
seriële interface en de baudrate in.
4. Beëindig de procedure met „Terug".
Het bedieningspaneel „GPS-instellingen" wordt weergege-
ven.
GPS-bron
Een GPS-ontvanger verzendt afhankelijk van het model locatiegegevens
in het NMEA 0183-protocol via de seriële interface of
in het NMEA 2000-protocol via de CAN-bus.
De terminal ondersteunt beide protocollen.
Verbind GPS-ontvanger en terminal als volgt:
1. De GPS-ontvanger heeft een seriële interface.
Sluit de GPS-ontvanger aan op de stekkeraansluiting B of C van de ter-
minal.
Selecteer „RS232 - serieel" als GPS-bron.
Selecteer als seriële interface de stekkeraansluiting waarop de GPS-ont-
vanger aangesloten is.
2. Het automatische stuursysteem heeft een seriële interface voor het GPS-
signaal.
Sluit de seriële interface van het stuursysteem aan op de steekverbind-
ing B of C van de terminal.
Selecteer „RS232 - serieel" als GPS-bron.
Selecteer als seriële interface de stekkeraansluiting waarmee de seriële
interface van het stuursysteem verbonden is.
3. De GPS-ontvanger heeft een CAN-bus-interface.
Sluit de GPS-ontvanger aan op de ISOBUS.
Selecteer „ISOBUS" als GPS-bron.
GPS-simulatie
Deze functie is beveiligd met een wachtwoord en is uitsluitend be-
doeld voor test- en demonstratiedoeleinden.
U kunt met de terminal
een GPS-track opnemen en exporteren of
een GPS-track importeren en afspelen.
Machine-instellingen
91