Machine-instellingen
6.4
GPS
Stel de positie en de interface van de GPS-ontvanger in.
De gegevens in het infogedeelte (1) worden weergegeven als
een GPS-ontvanger aangesloten is, gegevens verzendt en
GPS-bron, interface en baudrate correct geselecteerd zijn.
Opmerking
CCI.Command en CCI.Control stellen verschillende eisen aan de nauwkeurig-
heid van de locatiegegevens van de GPS-ontvanger.
Voor de documentatie met CCI.Control voldoen eenvoudige records, zoals deze
door goedkopere ontvangers beschikbaar worden gesteld.
Voor spoorgeleiding en deelbreedteschakeling met CCI.Command zijn ont-
vangers met een nauwkeurigheid van 20 cm of beter vereist.
89