Inhoudsopgave
Advertenties
Herstellen van defecten
OFF
5.
Steek het geknoopte uiteinde van de
noodstartkoord in de inkeping in de
vliegwielrotor en draai de koord verschil-
lende keren met de wijzers van de klok
mee rond het vliegwiel.
6.
Trek voorzichtig aan het startkoord tot u
weerstand voelt.
7.
Verwijder de koord tijdelijk van het vlieg-
wiel.
8.
Draai de koord ongeveer 3/4 slag met de
wijzers van de klok mee rond het vlieg-
wiel.
9.
Geef er vervolgens een korte maar
krachtige ruk aan om de motor te star-
ten. Herhaal dat indien nodig.
DMU29671
De motor werkt niet
DMU29680
De motor werkt niet
Als de motorsnelheid onregelmatig wordt,
als de motor onverwacht stilvalt of als hij niet
77
ON START
ZMU01906
ZMU03466
start, kan u met de volgende noodprocedure
naar de haven varen om de nodige herstel-
lingen te laten uitvoeren.
Alvorens u gebruik maakt van die procedure,
zie pagina 70 te raadplegen en oorzaken als
gebrek aan brandstof en oververhitting uit te
sluiten.
DWM01200
WAARSCHUWING
Als het noodcircuit in gebruik is, kunnen
de vrijloopsnelheid en de lage snelheid
van de motor hoger zijn dan normaal.
Wees voorbereid op iets hogere snelhe-
den bij een lage gashendelstand.
DCM01030
OPGELET:
Gebruik het noodcircuit juist lang genoeg
om naar de haven terug te varen voor her-
stelling en niet langer. Blijf de motor niet
gebruiken zonder hem te herstellen.
Als de motor warm is en niet wil starten, dient
u eerst de noodaansluiting los te koppelen
alvorens opnieuw trachten te starten.
DMU29741
De waarschuwing voor een laag
oliepeil wordt geactiveerd
Als het oliepeil te laag is, komt het rode seg-
ment te voorschijn op de oliepeilaandui-
dingslamp, weerklinkt de zoemer en wordt
de motorsnelheid beperkt tot ongeveer 2000
t/min. Als dat gebeurt, kan er een reserve-
hoeveelheid olie worden overgepompt van
de losse olietank naar de motorolietank met
behulp van de noodschakelaar.
DWM01050
WAARSCHUWING
Zet de motor af alvorens die procedure
Advertenties
Inhoudsopgave
