Onderhoud
Er dient een diagnostische toerenteller te
worden gebruikt bij deze procedure. De re-
sultaten kunnen variëren naargelang van de
manier waarop de test wordt uitgevoerd: met
de doorspoelaansluiting, in een testtank of
met de buitenboordmotor in het water.
1.
Start de motor en laat hem in de neutrale
stand warm lopen tot hij soepel draait.
NOTA:
Controle van de juiste vrijloopsnelheid is en-
kel mogelijk als de motor volledig is opge-
warmd. Als hij niet volledig is opgewarmd,
zal de vrijloopsnelheid hoger zijn dan nor-
maal. Raadpleeg een Yahama-dealer of een
andere bevoegde mecanicien als u moeilijk-
heden ondervindt bij het controleren van de
vrijloopsnelheid of als de vrijloopsnelheid
moet worden afgesteld.
2.
Controleer of de vrijloopsnelheid over-
eenkomt met de specificaties. Voor de
vrijloopsnelheidspecificaties zie pagina
48.
DMU29050
De motorolietank op water
controleren
Modellen met olie-inspuiting
Er is een waterafscheider onderaan in de
motorolietank. Als er water of een vreemd
voorwerp te zien is in die afscheider, raad-
pleeg dan uw Yamaha-dealer.
61
1. Waterafscheider
2. Motorolietank
DMU29112
Controle van de bedrading en
aansluitstukken
Controleer of elke massadraad goed is
G
vastgemaakt.
Controleer of elk aansluitstuk goed is aan-
G
gekoppeld.
2
1
ZMU01895
ZMU05311
ZMU05312