1
1. Oliepeilstok
2. Bovenste peilmarkering
3. Onderste peilmarkering
14. Start de motor en ga na of de waarschu-
wingslamp voor een te lage oliedruk uit
blijft. Controleer ook of er geen olielek-
ken te bespeuren zijn. OPGELET: Als
het waarschuwingslampje voor lage
oliedruk aangaat of als er olielekken
zijn, dient u de motor uit te schakelen
en op zoek te gaan naar de oorzaak.
Wanneer u de motor blijft gebruiken
zonder eerst het probleem te verhel-
pen, kan hij ernstig beschadigd ra-
ken. Raadpleeg uw Yamaha-dealer
als u het probleem niet kunt lokalise-
ren en oplossen.
15. Installeer de motorkap.
16. Ruim gebruikte olie op volgens de plaat-
selijk geldende voorschriften.
NOTA:
Voor verdere informatie over het opruimen
van gebruikte olie, raadpleeg uw Yamaha-
dealer.
Ververs de olie vaker wanneer u de motor
onder ongunstige omstandigheden ge-
bruikt, zoals langdurig stapvoets varen.
2
3
ZMU06918
[DCM01623]
De motorolie verversen door de olie af te tap-
pen
1.
Zet de buitenboordmotor rechtop (niet
gekanteld). OPGELET: Wanneer de
buitenboordmotor
staat, is het op de oliepeilstok aange-
geven oliepeil mogelijk niet accuraat.
[DCM01862]
2.
Start de motor. Laat hem gedurende 5-
10 minuten warmdraaien met het vrij-
looptoerental.
3.
Schakel de motor uit en laat hem 5-10
minuten staan.
4.
Verwijder de motorkap.
5.
Verwijder de schroeven.
1
1. Schroef
Onderhoud
niet
waterpas
ZMU05843
ZMU07956
84