trimstangen zich helemaal hebben te-
ruggetrokken in de cilinders.
7.
Bedien de omhoogtrimschakelaar tot de
kantelstang volledig uitgeschoven is.
Ontgrendel de kantelsteunhendel.
8.
Kantel de buitenboordmotor naar bene-
den. Ga na of de kantelstang en de trim-
stangen soepel werken.
DMU36583
Accu
Ga na of de accu in goede staat verkeert en
volledig geladen is. Ga na of de accu-aan-
sluitingen zuiver en stevig bevestigd zijn en
of ze bedekt zijn met isolatiekappen. De
elektrische contacten van de accu en de ka-
bels moeten zuiver en juist aangekoppeld
zijn, anders kan de accu de motor niet star-
ten.
Kijk in de instructies van de accufabrikant
voor controles van uw specifieke accu.
DMU30027
Brandstof bijvullen
DWM01831
WAARSCHUWING
Benzine en benzinedampen zijn erg
ontvlambaar
en
steeds volgens deze procedure om het
risico van brand en ontploffing te be-
perken.
Benzine is giftig en kan letsels of de
dood veroorzaken. Ga voorzichtig met
ZMU07164
ontplofbaar.
Tank
benzine om. Tracht nooit benzine over
te hevelen door hem aan te zuigen met
uw mond. Raadpleeg onmiddellijk uw
arts wanneer u een beetje benzine hebt
ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt
ingeademd of benzine in de ogen hebt
gekregen. Mocht er benzine op uw huid
terechtkomen, verwijder die dan met
zeep en water. Wanneer u benzine op
uw kleding morst, ga u dan omkleden.
1.
Vergewis u ervan dat de motor is stilge-
vallen.
2.
Zorg ervoor dat de boot zich op een
goed geventileerde plaats buiten be-
vindt, en dat hij stevig werd aangemeerd
of stevig op een aanhangwagen staat.
3.
Zorg ervoor dat er niemand in de boot
zit.
4.
Rook niet en blijf uit de buurt van von-
ken, vlammen, statische ontladingen of
andere ontstekingsbronnen.
5.
Als u een draagbare container gebruikt
om brandstof te bewaren en in de motor
te gieten, gebruik dan uitsluitend een
plaatselijk goedgekeurde rode BENZI-
NEBUS.
6.
Raak met de tuit de vulopening of de
trechter aan om elektrostatische vonken
te voorkomen.
7.
Vul de brandstoftank, maar doe ze niet
te vol. WAARSCHUWING! Doe de tank
niet te vol. Anders kan de brandstof
uitzetten en overlopen wanneer de
temperatuur stijgt.
8.
Draai de brandstoftankdop stevig vast.
9.
Veeg eventueel gemorste benzine on-
middellijk op met droge doeken. Werp
gebruikte doeken correct weg overeen-
komstig de plaatselijk geldende wetten
en voorschriften.
Werking
[DWM02611]
58