boot in beweging is, kan de kans op over-
boord vallen verhogen en kan de bestuur-
der afleiden of de kans op een botsing
met een andere boot of ander obstakel
verhogen.
1
1. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
DMU35161
Trim- en
kantelbekrachtigingsschakelaars
(type voor twee motoren)
Het trim- en kantelbekrachtigingssysteem
stelt de buitenboordmotorhoek bij in verhou-
ding tot de spiegel. Door de schakelaar "
(omhoog) in te drukken, wordt de buiten-
boordmotor omhoog getrimd en vervolgens
omhoog gekanteld. Als u de schakelaar "
(omlaag) indrukt, wordt de buitenboordmotor
omlaag gekanteld en vervolgens omlaag ge-
trimd. Wanneer u de schakelaar loslaat,
stopt de buitenboordmotor in de stand die hij
op dat ogenblik inneemt.
1
DN
UP
1. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
DN
Bij de bediening voor twee motoren be-
dient de schakelaar op de bedienings-
greep beide buitenboordmotoren tegelijk.
ZMU07151
Voor instructies over het gebruik van de
trim- en kantelbekrachtigingsschakelaars,
zie pagina's 65 en 67.
DMU26245
Trimtap met anode
DWM00841
WAARSCHUWING
Een verkeerd afgestelde trimtap kan er-
voor zorgen dat het moeilijk is om te stu-
ren. Laat de motor altijd proefdraaien
"
nadat een trimtap geïnstalleerd of vervan-
gen is om er zeker van te zijn dat de be-
sturing correct verloopt. Zorg ervoor dat
"
u de bout vastdraait nadat de trimtap bij-
geregeld is.
De trimtap moet zo worden ingesteld dat er
evenveel kracht moet worden uitgeoefend
om de stuurinrichting naar rechts te draaien
als om ze naar links te draaien.
Als de boot de neiging heeft naar links (bak-
boord) te draaien, dient u het achtereind van
de trimtap naar bakboord te draaien ("A" in
de afbeelding). Als de boot de neiging heeft
naar rechts (stuurboord) te draaien, dient u
het achtereind van de trimtap naar stuur-
boord te draaien ("B" in de afbeelding).
Componenten
UP
UP
1
DN
1
ZMU05835
32