6.
Ontstekingssysteem
Wees voorzichtig bij het opsporen
van storingen alsmede bij
onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden aan het
ontstekingssysteem. De hoge
elektrische spanning kan tot
levensgevaarlijke situaties leiden.
Bij het opsporen van storingen aan
het ontstekingssysteem altijd
beginnen met de bougie, b 3.4
– Carterhelften uitbouwen, b 5.4
– Ventilatorhuis uitbouwen, b 7.2
2
1
Het elektronische, contactpuntloze
ontstekingssysteem bestaat
in principe uit de
ontstekingsmodule (1) en het
vliegwiel (2).
In de ontstekingsmodule zijn alle
componenten voor de regeling van
het ontstekingstijdstip geïntegreerd.
Alleen twee elektrische
aansluitingen steken uit de
ontstekingsmodule.
1. Hoogspanningsuitgang met
vast gemonteerde bougiekabel.
2. Stekerlip voor de kortsluitdraad.
De controle van de
ontstekingsmodule beperkt
zich tot de controle van de
ontstekingsvonk. Bij het wegvallen
van de ontstekingsvonk (terwijl
de stroomdraden en de
combischakelaar in orde zijn) moet
de ontstekingsmodule worden
vervangen.
48
6.1
Ontstekingstijdstip
Het ontstekingstijdstip is
constructief vastgelegd en kan
daardoor bij
montagewerkzaamheden niet
worden versteld.
Bij dit type ontsteking is
mechanische slijtage uitgesloten.
Een door slijtage veroorzaakte
wijziging van het ontstekingstijdstip
tijdens het gebruik is dan ook
uitgesloten.
6.2
Ontstekingsmodule
– Carterhelften uitbouwen, b 5.4
– Ventilatorhuis uitbouwen, b 7.2
– Bougiesteker lostrekken
1
: Bougiekabel (1) uit de klem (pijl)
trekken
1
: De platte contactklem (1) van de
kortsluitdraad en de platte
contactklem (2) van de
massadraad lostrekken
1
2
: Bout (1) losdraaien en met de
stekerlip (2) wegnemen
: Bout (3) losdraaien en met de
ring wegnemen
– Ontstekingsmodule wegnemen
– Bougiekabel controleren, zo
nodig ontstekingsmodule
vervangen
– Bougiesteker controleren, zo
nodig vervangen, b 6.4
– Storingstabel, b 3.4
Inbouwen
: Ontstekingsmodule (1)
aanbrengen en de bout (2) met
de ring aandraaien – niet
2
vastdraaien
HS 46, HS 46 C, HS 56 C
3
2
1