Inhoudsopgave
Advertenties
1
2
: Flens (1) 5910 850 4202 zo
uitlijnen dat de nippel (pijl) naar
boven wijst en de blinde boringen
naar de tussenflens zijn gericht
: Flens (1) 5910 850 4202 op de
tapeinden plaatsen en hierop
schuiven
: Moeren (2) aanbrengen en
vastdraaien
5.2.2
Vacuümtest
De keerringen veroorzaken
meestal problemen bij onderdruk.
Bij de inlaatslag zal dan, door het
ontbreken van een inwendige
tegendruk, de afdichtlip loskomen
van de krukas.
Om dit defect te kunnen vaststellen,
kan een test met de pomp
0000 850 1300 worden uitgevoerd.
4
1
2
: Slang (1) van de pomp
0000 850 1300 op de nippel (pijl)
schuiven
32
: Ring (2) naar links schuiven
– vacuümtest
: Hefboom (3) bedienen totdat de
manometer (4) een onderdruk
2
van 0,5 bar aangeeft
2
Als de onderdruk gelijk blijft,
resp. binnen 20 seconden niet
verder dan tot 0,3 bar oploopt zijn
de keerringen in goede staat.
Bij het verder oplopen van de
onderdruk ter hoogte van het
krukasmechanisme, moeten de
keerringen worden vervangen,
b 5.3.
– Na de test de ring van de pomp
voor het ontluchten naar rechts
schuiven
– Verder met controle overdruk,
b 5.2.3
5.2.3
Overdruktest
Hier moeten dezelfde
voorbereidingen worden getroffen
als bij de vacuümtest, b 5.2.2
3
: Ring (1) naar rechts schuiven
– overdruktest
: Hefboom (2) bedienen totdat de
manometer (3) een overdruk van
0,5 bar aangeeft. Als deze druk
minimaal 20 seconden gelijk blijft
is het carter ter hoogte van de
krukas lekvrij
– Als de druk terugloopt, moet de
Op de plek waar de lekkage wordt
vermoedt, enkele druppels zeepsop
aanbrengen en het carter ter hoogte
van de krukas opnieuw onder druk
zetten. Bij lekkage ontstaan
luchtbellen op de plek waar het
zeepsop is aangebracht.
– Na de test de ring van de pomp
: Slang op de nippel (pijl)
– Flens 5910 850 4202 uitbouwen
– Carburateur inbouwen, b 10.3
– Uitlaatdemper uitbouwen,
– De uitlaatdemper monteren,
3
2
– Verdere montage vindt plaats in
5.3
Als de keerringen zijn beschadigd,
kunnen deze bij een dichte
1
(gesloten) motor worden
vervangen, hiervoor moet de motor
worden uitgebouwd.
Bij het uitbouwen van de keerringen
met behulp van de trekker
5910 890 4400 moeten de klauwen
(profiel nr. 3.1) 0000 893 3706
worden gebruikt.
plaats van de lekkage worden
gelokaliseerd en het defecte
onderdeel worden vervangen
voor het ontluchten naar links
schuiven
lostrekken
afdichtplaat 0000 855 8106
wegnemen en de
uitlaatdemperpakking
vervangen, b 5.1
b 5.1
omgekeerde volgorde
Keerringen
HS 46, HS 46 C, HS 56 C
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
