1.3 Contra-indicaties
Bij enkele ziektes mag het therapieapparaat niet of alleen met
uiterste voorzichtigheid worden toegepast.
•
Cardiale decompensatie
•
Ernstige hartritmestoringen
•
Ernstige hypotonie, vooral in verbinding met intravasculaire
volumedepletie
•
Ernstige epistaxis
•
Een hoog risico voor een barotrauma
•
Ernstige longziektes (bijv. COPD, longemfyseem)
•
Hypoxemie overdag
•
Respiratorische insufficiëntie van een andere oorzaak dan OSA
(adipositas-hypoventilatiesyndroom)
•
Hypoxemie's nachts van andere genese dan OSA (adipositas-
hypoventilatiesyndroom)
•
Pneumothorax of pneumomediastinum
•
Pneumoencefalus
•
Schedeltrauma
•
Status na hersenoperatie en na chirurgische ingrepen aan de
hypofyse of aan het middel- c.q. binnenoor
•
Acute bijholteontsteking (sinusitis), middeloorontsteking (otitis
media) of trommelvelperforatie
•
Dehydratie
In individuele gevallen ligt de beslissing van de therapie met de
SOMNObalance (e) of de SOMNOsoft 2 (e) in handen van de
behandelende arts. Bedreigende situaties werden met het
therapieapparaat nog niet geobserveerd.
SOMNObalance (e) / SOMNOsoft 2 (e)
Introductie
NL
9