5.4 Ademluchtbevochtiger instellen
5.4.1 Bevochtigerstand instellen
Voorwaarde
•
•
1. Bevochtigertoets
2. In-/uitschakeltoets
3. Softstarttoets
Welke instelling voor u geschikt is, hangt af van de
ruimtetemperatuur en de luchtvochtigheid. Verwarmingstrap 3 is
een standaardinstelling. Als u 's morgens droge ademwegen
heeft, is de verwarmingscapaciteit te laag ingesteld. Wanneer er 's
morgens condenswater in de ademslang is gevormd, is de
verwarmingscapaciteit te hoog ingesteld.
4. 3 Seconden wachten om de instelling op te slaan.
Resultaat
De bevochtigerstand is ingesteld.
Waarde
Verwarmingsstand
Ademluchtbevochtiger is aangesloten (zie „4.3.1
Ademluchtbevochtiger aansluiten", pagina 27).
Therapieapparaat is ingeschakeld.
Het bevochtigersymbool en de ingestelde bevochtigerstand
knipperen in het display.
verhogen.
indrukken om een verwarmingstrap te
verlagen.
Het therapieapparaat wisselt terug in de standaardweergave.
SOMNObalance (e) / SOMNOsoft 2 (e)
Weergave
in het
display
1 (laagste
verwarmingscapaciteit)
2
3
4
5
6 (hoogste
verwarmingscapaciteit)
lang indrukken.
indrukken om de verwarmingstrap te
Instellingen
Waardenbereik
NL
43