transaxle zonder abnormale geluiden werkt en
bij een normaal toerental soepel naar voren en
naar achteren kan bewegen, zit er geen lucht
meer in de transaxle.
Belangrijk: U mag de hydraulische
vloeistof pas verversen (met uitzondering
van de hoeveelheid die kan wegstromen
als u een filter vervangt) als de vloeistof
is verontreinigd of buitengewoon
heet is geweest. Als u de vloeistof
onnodig ververst, bestaat de kans
dat het hydraulische systeem schade
oploopt doordat er verontreinigingen
binnendringen.
Figuur 52
1. Linkerachterband
2. Hydraulische lter
3. Ontluchtingsplug
Onderhoud van het
maaidek
Maaidek horizontaal stellen
Belangrijk: Er zijn slechts 3 meetstanden
nodig om het maaidek horizontaal te stellen.
1. Plaats de maaimachine op een horizontaal
oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in
de vergrendelde neutraalstand en stel de
parkeerrem in werking.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen alvorens de
bestuurderspositie te verlaten.
4. Controleer de spanning van de achterbanden.
Indien nodig, banden oppompen tot 90 kPa
(13 psi).
5. Plaats twee dikke blokken onder de lage rand
van het maaidek, links en rechts achter, zodat
het gewicht van het maaidek op de blokken
rust.
6. Zet het maaidek op een maaihoogte van
76 mm.
7. Draai de bouten los waarmee de kettingen en
de twee achterbeugels zijn bevestigd aan het
maaidek (Figuur 54).
8. Stel de twee achterste bouten zodanig af dat zij
in het midden van de gleuf in de draaibeugel
zitten (Figuur 54).
9. Zorg ervoor dat het uiteinde van de bouten op
gelijke hoogte met de moer is. Hierdoor kan
de lagerbus rollen in de gleuf in de beugel van
het maaidek (Figuur 53).
10. Stel de voorste bout van de zijafvoer zodanig
af dat deze in het midden van de gleuf in de
draaibeugel zit (Figuur 54).
11. Hef het maaidek op en verwijder de blokken
waarop het maaidek rust.
12. Stel de voorste bout links in de draaibeugel
zodanig af dat de ketting strak staat.
13. Controleer de vier kettingen. De kettingen
moeten gespannen zijn.
43